waarden; een kunst die de huidige beleids makers, zo begrijpen wij, nog niet ten volle beheersen. Het landschap is nauwelijks nog het resul taat van een natuurlijk proces, maar vooral resultaat van menselijk ingrijpen. Daarmee is het per definitie cultureel erfgoed. Bos onderscheidt in dit verband drie breuklijnen in de landschapsgeschiedenis van Walche ren, namelijk de periode van de Opstand na het begin van de Tachtigjarige Oorlog, vervolgens de Franse tijd en ten slotte de verwoesting van Walcheren in 1944. leder breukvlak wordt gevolgd door een min of meer radicale herinrichting van het land schap. Bos stipt de belangrijkste verande ringen aan en plaatst hier en daar kritische kanttekeningen bij de manier waarop wij met ons erfgoed zijn omgegaan. Maar ook blijkt dat we aan een groot gevaar ont snapt zijn. Vlissingen lag beduidend gun stiger dan Rotterdam (of Antwerpen) om 's werelds grootste haven te worden, maar Rotterdam reageerde adequater op de ont wikkelingen in de wereldeconomie. Bos is geen tegenstander van een verdere ont wikkeling van het havengebied, die hij in de Quarlespolder situeert. Een tweespo renbeleid (industrie en vervoer naast re creatie) is mogelijk en Bos toont zich opti mistisch over het vermogen van nieuwe generaties om goede oplossingen te vin den voor problemen (als bijvoorbeeld de verkeersintensiteit) die we nu nog als on overkomelijk ervaren. Na de pauze komt Jan Willem Bosch aan het woord. Hij is landschapsarchitect en benadert het landschap dan ook vanuit dat gezichtspunt. Een aantal bijzondere ele menten van het Walcherse landschap pas seert de revue, zoals de unieke renaissan- cetuin van Westhove, de veenwalletjes die in slootkanten zichtbaar zijn, vliedbergen, de (restanten van) buitenplaatsen en tui nen. De herstelplannen haken in op de oorspronkelijke ontwerpen en dat levert mooie resultaten op. Hier en daar (Gapin- ge!) ademt Walcheren nog de sfeer van het verleden en nog steeds zijn kleinscha ligheid en fijnmazigheid belangrijke ken merken. Kritiek is er ook. De nieuwe maakbaar heidsideologie is gericht op het herstel van natuurlijke waarden, maar geeft zich wei nig rekenschap van de eigen identiteit van het cultuurgebied. Zo verliezen dorpen hun unieke uitstraling door karakterloze nieuw bouw en zo komt het dat het natuurherstel in de Beekhoekspolder (gemeente Veere) niet te onderscheiden is van het nieuwe natuurgebied in de Willem Leopoldpolder bij Retranchement. Daardoor is eerder sprake van vervlakking dan van toename van ruimtelijke kwaliteit. Bosch pleit ervoor om de blauwe en groene kwaliteiten van de provincie richtinggevend te laten zijn bij de toekomstige ontwikkeling. Ga daarvan uit! Wat Walcheren uniek maakt is waard om te behouden en te versterken. Zitten we wel te wachten op een drijvend hotel bij de Veersegatdam, waardoor het onbelem merde en unieke zicht op Veere zal ver dwijnen? Of moeten we de kaalslag langs de Veerse kreek accepteren om zoge naamde natuurvriendelijke oevers te creë ren? Hij vindt van niet; er zijn al genoeg ruimtelijke missers in de landschapsatlas opgenomen. Na afloop van de lezing ontstaat een levendige discussie met de aanwezigen, onder meer over de rol die de HKW kan spelen. De HKW is misschien geen actie groep, maar zij kan alert zijn op megalo mane ideeën die niet passen bij de schaal

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2010 | | pagina 49