Nieuwe uitgaven 'k heleze 15 1. In een schorsmolen werd eikenschors fijnge malen, dat werd gebruikt bij het looien van leer. Geraadpleegde boeken - M. Fokker, 'De vroegere namen der huizen in Middelburg'Middelburg 1904. - A. Geschiere, 'Het leven van den Walchersen boer gedurende de laatste twee eeuwen', Brui- nisse 1933. - E. van Wijk, 'Molens in Middelburg', Al phen a/d Rijn 1985. - E. van Wijk, 'Molens in Veere', 1993. - H.P. Winkelman, 'Geschiedkundige plaatsbe schrijving van Vlissingen', Vlissingen 1873. - A. Wisse, 'De Commercie-Compagnie te Middelburg van haar oprichting tot het jaar 1754', Utrecht 1933. - B.W.G. Wttewaall, 'Nederlands Klein Zilver en schepwerk 1650-1880', Abcoude 1994. - 'De snuifmolen' in: 'Vliegernieuws' nr. 7 maart 2007, uitgave van Stichting Molen De Vlieger, Voorburg. - Encyclopedie van Zeeland, deel II en deel III, Middelburg 1982,1984. Zeeuwse strandvisserij De Domburger Wim Vreeke is een van de weinige Walchenaren die het ambacht van netten breien voor de strandvisserij op de traditionele Zeeuwse manier nog beheerst. In zijn boek De Zeeuwse Strandvisserij dat eind vorig jaar verscheen, vertelt hij over alle facetten van deze vorm van visserij. Vreeke beschrijft onder meer aan de hand van honderd jaar oude werktekeningen van zijn grootvader Adriaan Burgers hoe de netten gebreid worden. Strandvisserij is een uitstervende traditie. De vangsten zijn niet groot en de strand- visser moet bij nacht en ontij zijn bed uit om zijn fuiken te controleren. Vreeke schrijft hoe zijn grootvader, veldwachter van beroep, hem als kleine jongen al mee nam naar de zeekant. Hij leerde van hem netten breien en vissen. In die jaren waren er nog veel strandvissers langs de Neder landse kust. Overal stonden fuiken en lie pen vissers met hun sleepnetten. Veel vis sers beheersten het aloude ambacht van het breien en boeten (repareren) van net ten. De manier van vissen met handge maakte netten op de Zeeuwse stranden is bijna overal hetzelfde. Verderop langs de Hollandse kust en op de Waddeneilanden zijn ook nog steeds enkele strandvissers actief. Hun netten lijken erg op die van hun Zeeuwse collega's, maar voor de kenner zijn er subtiele verschillen te zien tussen de Zeeuwse en Hollandse netten. Vreeke heeft het in dit boek uitsluitend over de Zeeuwse manier van netten maken. De eerste hoofdstukken gaan over de ge schiedenis van het netten maken. Vreeke vertelt over de verschillende knopen die er gebruikt worden tijdens het breien, de net- tenfabrieken en de verschillende types fui ken die er zijn. Vervolgens heeft hij het over het materiaal: het garen, de breinaal den en de spaan (een zelfgemaakt maat-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2010 | | pagina 37