soms ook wel het roer met koperbeslag, lange vaarbomen en een rood, wit en blauw gebande slagaard, dat was een boom waarmede de diepte van het water werd gemeten. Scheepjes, het eigendom, het kind van de schipper. Ze werden een voor een door de Spijker- brug geboomd en dan verder door de Kaai naar hun gewone ligplaats, waar mannen zoals Thomas de meertouwen aanpakten en de ogen over de paalkoppen of meer- ringen legden. Dan begon het lossen, en hoe belangrijk was dat voor ons kinderen, die dat alle maal vanaf de eerste verdieping van ons huis konden bekijken. Jammer dat de schooltijd er tussen kwam! Schipper Ja cobs van Breskens had varkens aan boord en die moesten er eerst uit. Gelukkig net vóór schooltijd. Aan de giek een takel, in het ruim dat vol met stro lag, een zak rond de buik van het varken, daarrond een strop en daar ging hij. Liefhebberij om mee te hijsen was er genoeg, en schreeuwen dat zo'n varken deed. Hoe harder hoe mooier. En de ellewagen van Flipse stond gereed met stro erin. Het varken schreeuwde net zolang de longen uit zijn lijf totdat hij de vaste wal onder zijn poten voelde. Dan was hij ineens stil, kwispelde met zijn kur kentrekkerstaart, knorde en werd de elle wagen ingeloodst. Een schot werd in de wagen geplaatst en men begon met num mer twee, als die er was. De Zeeland had ook wel zware stukken aan boord, die met de stoomlier moesten worden gelost, en zodra de schepen leeg waren, moest er weer worden geladen. De vorige dag waren er reeds lange stapels planken en delen door Alberts en De Broe- kert aangevoerd, die schuin naar de kaai- rand waren gelegd. Ook lagen er wel zwa re balken van Alberts, met de mallejan aangebracht, en die moesten dan op het dek van de Zeeland worden getakeld met de stoomlier. En als het schip scheef ging, dachten we dat het om zou slaan. De heer Brakman bracht een wagen met kazen en heel voorzichtig werden die aan boord van de beurtschipper 'gekaasd', ter wijl de heer Brakman in z'n boekje aante kende. En dan al de zakken graan, erwten en bo nen uit en in de pakhuizen De Moriaan van Fokker en Het Moriaanshoofd van Jeroni- mus. Wat werd er al niet aangevoerd en wat ging er al niet weg. Ik geloof dat heel Middelburg aan de Kaai werkte, die paar dagen. Dan werd het donderdagavond en enkele schippers waren al vertrokken. Karret Vrijdagmorgen was de Kaai leeg en verla ten; dan kwamen de twee straatvegers met hun karret en veegden de boel op. Twee oude mannen met bruine tunieken, een brede leren gordel om hun middel en een pet op hun hoofd, waaromheen later een geel-wit-rode band kwam. De meeste aandacht hadden ze voor paar denvijgen en blaren, en de Kaai was weer spoedig schoon en gereed voor de zater dagse beurt van de werkvrouwen. Een karret was een ongeveerde tweewie lige duwwagen met opstaande wanden en een boom van een meter met dwarshout en een korte poot om de kar op te laten rusten. Ze waren ook toen al niet gebruike lijk meer, de geveerde handwagen kwam ervoor in de plaats. Maar geheel schoon kregen de straatve gers de Kaai toch niet. Buiten de bomen, waar alleen op donderdag en vrijdag veel

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2010 | | pagina 12