naaigerei, garen en band werd verkocht. Zij verhuurde kamers en daar woonde eens mejuffrouw Van der Mey, waar ik wel met mijn moeder kwam. Het huis van Fok ker is achterom gebouwd. G140 (1937-1940: 31), kadastraal B1081. Daarnaast woonde de heer De Vries, eige naar en reder van de Stoomboot Zeeland, volgens mij het aller-voornaamste ding van de hele Rouaansekaai. Meneer De Vries heb ik maar kort gekend; hij was een lange zware man en had altijd een hoed op met een zeer brede rand. Toen hij overleed zet te zijn vrouw de dienst op Amsterdam met de Zeeland voort, een kattig wijfje (Dier- manse), en de zoon (J.) werd kapitein op het schip. Evenals het vorige huis is ook hier het huis van Fokker achterom ge bouwd. •G141, De Rosemarynboom (1937-1940: 29), kadastraal B1082. Een huis met een mooi geveltje. Daar woonde eerst de heer Nagtglas, de beken de schrijver, alias 'Nachtepitje'. Hij was een vriend van mijn grootvader, maar ik heb hem eigenlijk maar slecht gekend. Daarna woonde in het huis de heer Van Aken, mili tiecommissaris, en daarna de heer H.R van de Ree, ex-timmerman, die het huis met zijn dochter bewoonde. Een van zijn dochters was gehuwd met de heer Van der Bel, een bekend gymnastiek- en dansleraar. G142, De Orangienstam (1937-1940: 27), kadastraal B1957. Een voor mij zeer belangrijk huis, want daar woonde mijn grootvader P. de Bruyne met zijn dochter Marie. Hij had zijn kantoor achter zijn tuin aan de Kuiperspoort. Na zijn dood is het huis verkocht aan de heer L.A. van der Leij, leraar aan de Kweek school in de Noordstraat. G143, De Laurierboom (1937-1940: 25), kadastraal B1958. Het huis van 'juffrouw Sprenger', een heel oud mensje. Spoedig stierf ze en kwam er wonen mr. A.C. Jacobse Boudewijnse, ad vocaat en procureur, met als huishouders het echtpaar Scheers die twee kinderen hadden, Anton en Bertus. Boudewijnse prees dat echtpaar altijd zeer, wegens de goede zorgen aan hem besteed. Toen hij later naar het huis van wijlen Piet van Burg (De Zwaan) verhuisde, kwam daar wonen kapitein Wintgens en daarna de heer Sprenger, de zoon van de oude juffrouw en ambtenaar bij de Provinciale Waterstaat. G150 (1937-1940: 23), kadastraal B1323. Ons huis, dat over de Kuiperspoort was heengebouwd. Mijn vader kocht het in 1883 van de erven van mr. A.C. van Deinse, rechter in de Arrondissementsrechtbank en neef van zijn moeder. De ramen met kleine ruitjes op de eerste verdieping heeft hij door kruisramen laten vervangen, later de twee gelijkvloerse door spiegelruiten. Ik kan natuurlijk over dat huis nog een massa vertellen, maar doe dat nu maar niet. G151 (1937-1940: 21), kadastraal B1478. Een zeer hoog huis, daar de zolderramen in de gevel zijn begrepen. Daar woonde eerst de heer Couvée, leraar scheikunde aan de H.B.S., die later verhuisde naar het huis aan de Spuibrug, Spanjaardstraat, waar later jhr. De Casembroot ging wonen, later mr. Kist en daarna de rijksarchivaris mr. Fruin. G152, Norenburch (1937-1940: 19), ka dastraal B1367. Het huis waar de heer Van de Pauwert woonde, de man die de Middelburgsche Courant tot een gezaghebbend blad maak te. Het was een bruuske maar wel aardige

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2010 | | pagina 22