5
schuurden over elkaar en soms braken er
enkele en lagen de stukken op de straat.
Dan sleepten straatjongens ze voort en
wierpen ze ten slotte in het water.
Er stonden golven in het water die zich
naar de Spijkerbrug bewogen; er moest
een schip worden verhaald en dat was een
hele gebeurtenis, want er brak wel eens
een tros en dan was er groot geschreeuw
en veel geloop. En als de winter streng
was, dan verstarde het water van de Kaai,
dan konden de 'duikeleendjes' er niet meer
zwemmen, dan zaten eerst de meeuwen
op het ijs en een enkele keer was het zo
dik, dat er jongens op liepen. Maar dat ge
beurde maar zelden. Toen ik in 1890 long
ontsteking had en van mijn raam op de
eerste verdieping op de Kaai kon kijken,
zag ik daar de jongens op het ijs en ik had
het land dat ik er niet heen kon.
Er is telkens na de strenge winter weer
een voorjaar gekomen waarin de olmen
kleine groene blaadjes kregen en de stui
vertjes naar beneden waren gedwarreld. In
de hoeken van de keldervallen en achter
Hoek Rouaansekaai-Dwarskaai. Op de hoek het
pand van de Middelburgsche Maatschappij van
Stoomvaart G113/114Daarnaast het
Zeeuwsch Koffiehuis (G115). Rechts huis De
Steenrotse. (Zeeuivs Archief, Historisch-topo-
grafische atlas Middelburg, nr. HTAM-P-0778).
de stoepranden vormden zich lichtbruine
hoopjes, die door de dienstboden netjes in
een glimmend koperen blik werden ge
veegd en in de vuilnisbak gedaan, want de
stoep moest schoon blijven.
Een zondag
Zondagmorgen in het voorjaar, dat was de
mooiste tijd voor de Kaai. Dan scheen de
zon over de Spijkerbrug, daarna over de
huizen van de Kinderdijk en door de licht
groene bomen tegen de strakke gevels en
toverde een lichtroze glans over de straat
stenen. De stoepen en de marmeren gan
gen waren zaterdag geschuurd door de
werkvrouw. Uit de in drieën verdeelde
krasbak had ze zand, marmerslijp of Brus
selse aarde gestrooid, de ramen had ze