6 MIDDELBURG ROUAANSCHE KADE Doorkijk op de Rouaansekaai in zuestelijke rich ting vanaf huis G115, met voor de stoepen van de huizen het padje. (Zeeuzvs Archief Zelandia lllustrata, Prentbriefkaarten, nr. ZI-P-02581) gespoten met een glimmend koperen gla zen spuit die in een emmer met water werd gezet. Ook de koperen bel en de ring op het handvat van de deur hadden hun beurt gehad, net als de deur zelf, de ra men en de kozijnen. Het 'padje' was ge veegd, dat mocht van de politie niet met water geschuurd worden, en zelfs de straatstenen veegde ze, tot aan de bomen toe, want daar lagen nog wel paarden vijgen. Vanuit onze eerste verdieping en het grote spionnetje kon men de Kaai zien liggen, het was zó stil dat je alleen de mussen, die tussen de keien voedsel vonden, hoor de tjilpen, 's Morgens heel vroeg was er nog even drukte geweest toen de Valk naar Rotterdam vertrok. De directeur zelf, de heer Van der Bent, een lange zware man met spierwit haar in een zondagse zwarte broek met vest en met hagelwitte hemdsmouwen, had eigenhandig het ach tertouw losgegooid, de schroef had een massa groen schuimend water opgegooid, er was een grote rookwolk uit de schoor steen gekomen en het schip was door de geopende Spijkerbrug vertrokken. Maar nu was het stil, even nog een beetje lawaai; een hond op de Kinderdijk werd uitgelaten, een dienstbode stopte bij een buurman de Middelburgsche Courant van zaterdag in de bus, want ze lazen hem sa men, en de deur viel met een klap en met gerinkel van de koperen ring dicht. Ineens een gezang, een psalm? Een man nenstem weerkaatste tegen de steile hui zen van de Kaai en tegen die van de Kin derdijk, het geluid vulde de hele breedte. Thomas? Ja het was Thomas; hij liep langs de rand van de Kaai vanaf de Spij kerbrug en hij zong. Hij had een mooie wit te broek aan, een net jasje en op het hoofd een klein hoedje met een veertje en daaronder zag je zijn bruin, enigszins In disch gezicht. Zo liep Thomas langs de

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2010 | | pagina 8