naam van een meisje De Bruyn.26 Dit wijst er eveneens op dat het zeventiende-eeuw- se huis toen nog bestond en werd gebruikt door de familie De Bruyn. Het kadastraal minuutplan van Meliskerke, dat in 1812 is opgemeten, vertoont op het eiland in de gracht geen gebouw meer. Het Franstalige bijschrift noemt het zelfs een "ferme", een boerderij. Daarmee kunnen we de afbraak dateren tussen 1808 en 1812. De genoemde heer Leydekker de Bruyn overleed op 4 juli 1811 te Melisker ke, hoogstwaarschijnlijk op zijn buiten plaats. De conclusie moet dan ook luiden dat het huis is afgebroken na het overlijden van de bewoner. In die tijd verkeerde het land in grote crisis en de erfgenamen za gen het wellicht niet zitten een kostbaar bezit als een buitenplaats over te nemen. Opmerkelijk is dat het kadastraal minuut plan op het perceel voor het huiseiland met stippellijnen het tracé van enkele lanen aangeeft. Een deel van het bos zal er toen nog hebben gestaan. Bij de af braak van buitenplaatsen ging men in de regel zo te werk: eerst verdwenen de ge bouwen en daarna rooide men ieder jaar een stuk van het bos om het hout te vei len. Vaak was het bos te groot om het in één keer te rooien en het hout te verko pen. De laatste restanten van het bos zul len rond 1815 zijn opgeruimd, toen er een veiling werd gehouden van "4 a 5 gemeten Vierjarig Essen- en Eisen Kaphout met derselver Tronken", tweehonderd opgaan de iepen en tweeduizend takkenbossen.27 Dat het hakhout met wortel en al van de hand ging, duidt erop dat het bos toen ge rooid was. De Oorspronkelijke Aanwijzen de Tafel van het kadaster, die alle grond eigenaren in 1832 vermeldt, geeft dan ook aan dat de desbetreffende percelen akker en weiland geworden zijn. De gracht wordt gekwalificeerd als moeras en het huis eiland was een moestuin geworden. Besluit In 2008 kwam bij een opgraving even weer een deel van het voormalige kasteelach tige huis aan het licht, een glimp van een lang verleden, waarvan wel iets bekend is maar waarvan veel nog verborgen blijft. Voorlopig zijn wel de volgende elementen uit de biografie van het buitenplaatsje uit archiefonderzoek duidelijk geworden: het gebouw dat er stond, is gebouwd of her bouwd na 1584, meest waarschijnlijk voor 1608 en is afgebroken in of kort na 1811. Gedurende zijn hele bestaan was het huis een buitenverblijf van de ambachtsheren en -vrouwen van Melis- en Mariekerke. Martin van den Broeke 1. Rob de Groot, 'Heerlijke rechten. De am bachtsheerlijkheid Melis- en Mariekerke', in: De Wete, jrg. 39 (2010), nr. 1, p. 3-14; idem, 'De ambachtsheerlijkheid Melis- en Marieker ke. Een korte genealogie van ambacht en am bachtsheren', in: Wij van Zeeland en Van Zeeuwse Stam (red.), Het zit in de familie: 40 jaar genealogie in Zeeland, Nieuivdorp 2007, p. 20-33. 2. van Grijpskerke, "t Graafschap Zeeland' (1653), Middelburg 1882, p. 249. 3. Zeeuws Archief (ZA), Archief Rekenkamer II, inv.nr. 1155, fol. 103. 4. ZA, Archief Rekenkamer II, inv.nr. 1156, fol. 103. De Vrieze had in hetzelfde blok enkele an dere percelen die hij ook van Pier Heyne Mercx had verkregen, inclusief een tweede hofstede. Idem, fol. 102 verso. Later zou deze worden ge bruikt als buitenplaats en de naam Groot Val-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2010 | | pagina 15