25 Öostkapelle, Dorpstraat Roose omsloten door alles wat bij de wa genmakerij hoorde. Bezigheden We waren voornamelijk bezig met kleine reparaties aan kruiwagens en eggen en dergelijke, maar ook aan wagens, bijvoor beeld aan de zogenaamde zijladders (de zijkanten van de boerenwagens). Maar niet te vergeten de wielen. De boeren waren zuinig met reparaties, maar zonder goede wielen is een wagen niets. Ze werden nieuw of gerepareerd naar de smid gerold die ze van een band, zo uit het vuur, voor zag. Ook kwam buurman Roose vaak om zijn zaag te laten scherpen, een wagenmaker moest immers alles kunnen. En omdat mijn baas een broer had in Vrouwenpolder met ook een wagenmakerij, werden er wei eens werkzaamheden uitgewisseld en dan De Dorpsstraat te Öostkapelle, ca. 1910, met rechts de werkplaats van de wagenmakerij van jan Vader. (Zeeuws Archief, Historisch-topo- grafische atlas Veere, nr. HTAV-02879) gingen we er samen heen, op de fiets. Andere verdiensten Het was al in de jaren dertig te voorzien dat de wagenmakerij op termijn zou ver dwijnen. De eenvoudige wagens op lucht banden werkten daaraan mee. Er moest dus een andere bron van verdiensten wor den aangeboord. Voor onze wagenmakerij waren dat de spekrokerij en de aanleg van elektriciteitsleidingen. Inderdaad, nogal verschillend! De spekrokerij voltrok zich in het rookhok. Stelt u zich een open ruimte voor zonder ramen en met één deur. Bovenin was een aantal roeden aange bracht. Het geheel was met een zwarte

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2010 | | pagina 27