belangrijke stedelijke agglomeraties (Vlis-
singen en Middelburg) aan de zuidoost
kant, maar ook dit deel van Zeeland wordt
in ruimtelijke zin gedomineerd door de
landbouw. Elke wezenlijke verandering in
de positie van de landbouw zal daarom
ook het aanzien van Walcheren verande
ren. In 2007 verscheen een in dit opzicht
interessant onderzoeksrapport van
het Milieu- en Natuurplanbureau.
Het rapport gaat over landbouw in
de Nationale Landschappen (waar- 2
over later meer). De meeste land
bouwbedrijven op Walcheren heb
ben een nog kleinere bedrijfsom
vang dan in overig Zeeland al het geval is.
De gemiddelde bed rijf sgrootte is 22 hecta
re, terwijl het Nederlandse gemiddelde 29
hectare is. Bijna 80 procent van de Wal-
cherse bedrijven is kleiner dan 70 Nge
(Nederlandse grootte-eenheden). Volgens
het Landbouw Economisch Instituut is dat
onvoldoende voor een volwaardig, profes
sioneel landbouwbedrijf. Dit gegeven zou
aanleiding kunnen zijn om de somberheid
van Kramer over de toekomst van de land
bouw op Walcheren te delen. Maar wat
blijkt? Het totale gezinsinkomen op Wal
cheren is aanmerkelijk hoger dan het inko
men dat verdiend wordt met het boerenbe
drijf. De Walcherse boeren zijn kampioe
nen in het aanvullen van het (boeren)be-
drijfsinkomen. Bijna de helft van de boeren
(47 procent) verbreedt de agrarische acti
viteiten op het bedrijf met verkoop-aan-
huis, het aanbieden van verblijfsaccommo-
datie (minicampings) of stalling en verhuur.
Vaak hebben ze (met name de jongere
boeren) ook een nevenberoep buiten het
eigen bedrijf. De Walcherse boeren geven
zo een nationaal voorbeeld van onderne
mend, multifunctioneel boeren. Deze over
levingsstrategie blijkt een vitaal alternatief
voor de strategie die algemeen als de be
langrijkste voor het voortbestaan van het
boerenbedrijf wordt gezien, die van moder
nisering en schaalvergroting.
Is de kwaliteit van het landschap met deze
ontwikkeling gediend? Ja en nee. De ver
breding van het agrarisch bedrijf betekent
dat de kleine boerenbedrijven op
Walcheren door aanvulling van het
gezinsinkomen kunnen blijven be-
staan. Dat is belangrijk, omdat
daarmee een voor het Walcherse
platteland kenmerkende en onmis
bare sector behouden blijft. Tege
lijkertijd zijn de vele kleine minicampings
bij evenzoveel boerenbedrijven meestal
geen visuele verrijking van het landschap,
ondanks goedbedoelde camouflagepogin
gen met groenvoorzieningen en dergelijke.
Het economisch succes van de minicam
pings dreigt daarmee tegelijkertijd de pijler
van dat succes te ondergraven, namelijk
de aantrekkelijkheid van het onbedorven
agrarische cultuurlandschap. De verdere
ontwikkeling van dergelijke verbrede land
bouwbedrijven moet dus met grote zorg
voor het landschap omgeven worden - niet
in het minst in het belang van de bedrijven
zelf.
De aanwijzing als Nationaal Landschap
Een andere ontwikkeling in het afgelopen
decennium die als positief voor de kwaliteit
van het Walcherse landschap moet worden
beoordeeld, is de aanwijzing van landelijk
Walcheren als onderdeel van het Nationaal
Landschap Zuidwest Zeeland. De rijks
overheid heeft in de Nota Ruimte (2004)
de Nationale Landschappen als nieuwe
ruimtelijke categorie geïntroduceerd, met
als doel het behouden en versterken van