ro's voor het geheel van de drie deelgebie den, tot en met 2013) was groot genoeg om interessante projecten uit te voeren. Anno 2010 kun je constateren dat er een goed begin is gemaakt. Er is een flink aan tal projecten uitgevoerd of in uitvoering, aangevraagd door particulieren, stichtin gen zoals Het Zeeuwse Landschap en ge meentelijke overheden. Projecten die elk een bijdrage leveren aan de kwaliteit en de beleving van het Nationaal Landschap. Zo zijn er heggen ingeplant op agrarische per celen in noordwest-Walcheren (een gebied dat ooit befaamd was om zijn heggenland- schap), zijn er wandelroutes en picknick plaatsen aangelegd, cultuurhistorische ele menten hersteld enzovoort. Niettemin is ook duidelijk geworden dat het veel tijd kost voordat een nieuw en onbekend 'etiket' als het Nationaal Landschap in de haarvaten van een regio zit. Voor velen is het nog volstrekt onduidelijk wat het con cept inhoudt of wat de voordelen en moge lijkheden van de aanwijzing zijn (bijvoor beeld voor recreatieondernemers). Het is zaak om de communicatie hierover voort te zetten. Een ander punt van zorg is de financiering. Die was in de afgelopen jaren al niet erg omvangrijk en dreigt in de huidi ge economische situatie marginaal te wor den. Dat zou de facto een vroeg einde be tekenen van een concept dat potentieel voor het overeind houden van de omge vingskwaliteiten van Walcheren (en natuur lijk ook van de andere deelgebieden) van grote betekenis is. De groeiende betekenis van natuur Tien jaar na het artikel van Kramer in De V/ete, waarin hij onder het kopje Teloor gang van de natuur' schreef dat het niet goed ging met de natuur op Walcheren, zou het bij een momentopname van de huidige politieke en maatschappelijke ge luiden niet moeilijk zijn om opnieuw som ber te zijn over 'de natuur'. Natuur is even niet populair bij de politiek en sommige maatschappelijke sectoren, zeker niet in Zeeland met zijn loodzware ontpolderings- dossier en de problemen met de mossel vissers nog vers in het geheugen. Toch, als we de actualiteit even laten voor wat ze is en de langjarige ontwikkelingen als uit gangspunt nemen, zijn er beslist positieve ontwikkelingen aan te wijzen. In algemene zin zou ik willen wijzen op het groeiend maatschappelijk besef, dat gesteund wordt door steeds meer onderzoek, dat natuur (letterlijk) geld waard is. Mooie natuur en waardevol landschap zijn belangrijke pijlers voor de regionale economie. In 2009 ver scheen een in opdracht van de provincie Zeeland opgesteld rapport over de baten van natuur en landschap in Zeeland. Daar in is een drietal case studies opgenomen. Een daarvan betreft de economische bete kenis van hét kernnatuurgebied van Zee land, het Nationaal Park Oosterschelde. De tot het Nationaal Park te herleiden om zet van de verschillende bedrijfstakken rond dit natuurgebied komt uit op 222 miljoen op jaarbasis, hetgeen leidt tot 1.134 banen. Ter vergelijking: dit is een kwart van het totaal aantal banen in de landbouw in geheel Zeeland (4.450). Ook voor de twee andere onderzochte gebie den (Kop van Schouwen en de Zak van Zuid-Beveland) worden duidelijke economi sche baten gepresenteerd. Het leidt geen twijfel dat ook Walcheren economisch ga ren spint bij de aanwezigheid van duinen en andere natuurgebieden en het fraaie agrarische landschap. Iets om ook nog eens precies uit te zoeken!

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2010 | | pagina 35