Jaar van de Fiets
Fietsen en fietspaden op Walcheren
De provincie Zeeland riep 2010 uit tot het
Zeeuwse Jaar van de Fiets. Wielrijders van
de Tour de France en Giro d'ltalia koersten
dit jaar door de provincie. Er werden nieu
we fietspaden geopend en nieuwe fiets
routes in kaart gebracht. Kortom, men pro
beert onze provincie als fietsprovincie te
promoten.
Geschiedenis
Hoewel al in 1790 de loopfiets werd uitge
vonden, wordt als beginjaar van de fiets
1817 aangehouden. De Duitser Karl Fried-
rich Christian Ludwig baron Drais von
Sauerbronn verbeterde in dat jaar de loop
fiets door er een stuur op te monteren. De
loopfietsen waren loodzwaar en werden
knokenschudders genoemd. Dat was een
goede benaming, want de verharde wegen
bestonden in die tijd uit kasseien en de on
verharde wegen zaten vol kuilen en bulten.
Een Zeeuw die in het bezit was van zo'n
knokenschudder, omschreef in 1859 watje
moest doen om vooruit te komen en wat
het gevolg daarvan was: "Je stuurt met je
handschoenen en je duwt met je hielen.
En je zweet als een koetspaard; want 't
gaat ongemakkelijk gouw."
Smeden maakten fietsen aan de hand van
tekeningen uit het buitenland. Het Zeeuws
Museum in Middelburg heeft in zijn collec
tie zo'n gesmede loopfiets, gemaakt in
1861.
Vóór die tijd kon men - met de voeten
steppend op de grond - een behoorlijke
snelheid bereiken. Door de constructie van
de loopfiets was het voor vrouwen met rok
ken niet mogelijk een steppende beweging
te maken.
Pas in 1888 werd de fiets uitgerust met
een ketting, een zadel en twee even grote
wielen met luchtbanden. Dit was een hele
verbetering. Nu konden ook vrouwen fiet
sen.
Regels
De verschijning van de vélocipède' op de
Zeeuwse wegen rond 1880 vereiste een
aanpassing van het reglement op wegen
en voetpaden. In 1881 wilden Gedeputeer
de Staten van Zeeland niet te streng tegen
de vélocipèdes optreden. "Al kan voor als
nog het gewigt van het verkeer met vélo
cipèdes niet worden vergeleken met dat
van verkeer met tramwagens, zoo schijnt
het ons toch billijk, ook voor de vélocipè
des de bepaling niet al te belemmerend te
maken." Gedeputeerde Buteux maakte bij
de behandeling van het voorstel de opmer
king dat het nieuwe vervoermiddel bestemd
was om in korte tijd afstanden af te leg
gen. Er moesten zo weinig mogelijk beper
kingen worden opgelegd.
De aangepaste tekst van artikel 102, par. 1
luidde: "De voerlieden of geleiders van
aangespannen honden, bokken, of geiten,
alsmede de berijders van vélocipèdes,
doch deze alleen op daartoe kenbaar ge
maakt verlangen van voerman, berijder of
geleider, moeten bij het tegenkomen en
het voorbijrijden van paarden, hunne die
ren of voertuigen tijdig doen stilstaan, en
zich aan de zijde van den voorbijrijder
naast hunne dieren of voertuigen plaatsen."
Dit betekende dus dat ook berijders van
vélocipèdes als ze een koetsier met paard
tegenkwamen of passeerden, moesten af
stappen en naast hun vélocipèdes moes
ten gaan staan.