Vadertje
De meie 'angt an 't 'ekken
4?
zou zeker voor Walcheren nieuwe kansen
bieden. Het heeft wel te maken met de
mind set van mensen: meer marktgerichte
zorgconcepten dienen dan wel bespreek
baar te zijn. De huidige financiële crisis
zou daar weieens aan kunnen bijdragen.
Een kleinere overheid - en die verwacht ik
- zal de 'markt' meer kansen geven om
zich te onderscheiden. Ik voorzie daar voor
de komende tien jaar positieve ontwikkelin
gen. Dat zou de omzet per overnachting
sterk bevorderen en de dienstverlening
van aanpalende dienstverleners zeker kun
nen stimuleren. Het voordeel zal bestaan
uit een minder piekerige drukte en een
meer stabiele kwaliteitsgestuurde omzet.
Daarmee zou Walcheren een wapen tegen
de krimp hebben.
De tegendraadse trend van het kamperen
bij de boer heeft natuurlijk hier en daar al
geleid tot een grotere toename van oudere
gasten die op seizoensbasis vrij lang in de
provincie verblijven. Misschien zijn deze
gasten mede de voorlopers van de bevol
kingstoename 'van onderop'. Als dat het
geval is, zal het landschap zeker sterk ver
anderen. Immers, deze groep zal steeds
langer willen blijven en dat zou op den
duur kunnen leiden tot de Amerikaanse
patronen van ouderen, wonend in een sta
caravan.
H.J. van Koeveringe
Meie
Het woord mei moet al een oud Neder
lands woord zijn, want in de Statenbijbel
(1637) komt het meervoud van mei voor.
In Marcus 11 staat het verhaal over de in
tocht van Jezus in Jeruzalem. In vers 8
staat: "Ende vele spreijdden hare kleede
ren op den wegh: ende andere hieuwen
mijen van de boomen ende spreijdden ze
op den wegh."
Volgens Van Dale, Groot Woordenboek der
Nederlandse Taal, is een mei een bloeien
de tak, synoniem voor lovertak. In het
Zeeuws wordt met een meie een meidoorn
of een wilgentak bedoeld. In dit geval gaat
het om de wilgentak. Deze werd bij het
binnenhalen van het laatste voer tarwe op
de menwagen vastgemaakt en zodra de
tarwe in de schuur was gelost, aan een
van de hekpalen bevestigd.
In de vorige Wete hebt u kunnen lezen dat
bij het binnenhalen van het laatste voer
koolzaad een versierde wilgentak werd ge
bruikt. Bij het binnenhalen van het laatste
voer tarwe was de wilgentak niet versierd.
Boeren die bij de duinen woonden, bonden
de wilgentak niet aan een hekpaal maar
plantten deze op het duin. "Wij konden
deze takken vanuit het dorp al zien staan
en we zeiden dan: Dirk Vos, Arjaan de Wit-