43
te of Adam Abrahamse zijn oogst is bin
nen. Want ieder had zijn eigen duintop,"
schreef Willem Roose uit Koudekerke in
De Wete van januari 1994. Toch kwam dit
gebruik niet langs heel de Walcherse kust
voor. Frederik Nagtglas (1821-1902), die
veel over Zeeland publiceerde, schreef dat
aan de kanten van Zoutelande en West-
kapelle een schoof tarwe op het duin werd
gezet.
De traditie van het vastmaken van de meie
op een menwagen en vervolgens aan een
hekpaal of het planten van de meie op het
duin werd tot aan de Tweede Wereldoorlog
in ere gehouden.
Ook molenaar Adriaan Brasser uit Bigge-
kerke had iets met deze traditie. Voordat
Brasser de tarwe van de nieuwe oogst
maalde, zette hij een meie op de kap van
de molen. Hij deed dit tot in de jaren twin
tig van de vorige eeuw.
Niet typisch Zeeuws
De traditie van de meie is niet typisch
Zeeuws. Wie op internet in de zoekmachi
ne Google het woord meitak intoetst, komt
verschillende voorbeelden tegen.
In het Limburgse Klimmen was het gebrui
kelijk om op het laatste voer tarwe dat
naar de schuur werd gebracht een versier
de meitak vast te maken. De Vlaamse
schrijver Stijn Streuvels schreef in zijn
boek De Vlaschaard (1907) dat er in een
partij vlas een meitak werd gestoken als
het was verkocht. Zijn oom Guido Gezelle
schreef in het gedicht 'Kerkhofblommen',
dat over een overleden boer gaat: "Meni-
gen oest hebt gij zien bloeien, brave man;
menigen meitak moest gij nog in uw volle
schuren steken." Hieruit is op te maken dat
de meitak in Vlaanderen niet aan een hek-
paal werd vastgemaakt maar waarschijnlijk
net als op Zuid-Beveland boven de men
deuren in het rieten dak werd gestoken.
Bijgeloof
Waar komt het gebruik van de meie van
daan? Heeft het met bijgeloof te maken?
De Maatschappij van Nederlandse Letter
kunde stelde in 1869 op verzoek van dr.
Een knecht spijkert een groene meitak aan de
poort van een hofstede ten teken dat het koren
in de schuur ligt. Afbeelding uit D.J. van der
Ven, 'Kindervreugde en Volksvermaak'Rotter
dam 1927, p. 67.