9
Ko van 't Westeinde bezig met het dichten van
een dijk van de Calandpolder. (tijdschrift
Revue nr. 41, 8 oktober 1955, collectie familie
Van 't Westeinde)
Op pagina 10 en 11 het artikel in het tijdschrift
Revue, (collectie familie Van 't Westeinde)
Rijkswaterstaat bij de Commissaris kwam,
zei deze: 'Je moet niet te veel kletsen,
maar zo vlug mogelijk aan het werk gaan.
Dichtmaken die dijken en het land gaan
bebouwen.'
Het vinden van een geschikte aannemer
viel echter tegen. De ene na de andere
haakte af na een gesprek met Rijkswater-
nieuwe Calandpolder gereed. Weekblad
Revue schreef in oktober 1955: "Een
Zeeuwse boer heeft daarmee de ongelofe
lijke prestatie verricht om voor eigen reke
ning en risico 72 hectare kostbare cultuur
grond uit het water omhoog te halen."
Voor de indijking van een grotere opper
vlakte was nog steeds geen toestemming
staat. Daarop huurde de boer in zijn eigen
dorp drie bulldozers en vier draglines. Sa
men met een aannemer die te klein was
om ooit werken van Rijkswaterstaat te kun
nen krijgen, voerde de familie Van 't West
einde de klus zelf uit.
Het werk begon in april 1955. Op 2 mei
1955 was het de grote dag voor de familie:
het laatste, grote gat werd gedicht. De
heer en mevrouw Van 't Westeinde, hun
zoons en enkele andere familieleden
woonden de 'plechtigheid' bij. Eind mei wa
ren alle dijkgaten gesloten. In september
kwam de 3,5 kilometer lange dijk rond de
verkregen. Met naar verhouding geringe
kosten zou over de omliggende schorren
een dijk kunnen worden gelegd, waardoor
193 hectare grond binnendijks zou komen
te liggen.
Uiteindelijk legde de staat zich bij de stand