Vadertje Paeren die op aolle paeremarten komme deuge nie t De betekenis van de uitdrukking paeren die op aolle paeremarten komme deuge nie, is: als een paard op alle paardenmark ten te zien is, kan men zich terecht afvra gen of het paard misschien lichamelijke gebreken heeft of niet betrouwbaar is. Er mankeert iets aan. Anders zou het toch niet elke keer te koop worden aangeboden? Het trekpaard In 1834 werd de vliedberg Luyksberg in het Walcherse Serooskerke afgegraven. Deze berg, die waarschijnlijk tussen de elf de en twaalfde eeuw is opgeworpen, is ge noemd naar de toenmalige eigenaar Luyks. In deze vliedberg vond men onder andere scheenbeenderen van paarden, met gaten erin. Waarschijnlijk zijn deze beenderen als schaatsen gebruikt. Het moeten beenderen van een klein type paard zijn geweest. Tot in de negentiende eeuw had iedere Zeeuwse regio zijn eigen type trekpaard. Het leek het meest op het Vlaamse trek paard, maar was kleiner van stuk en lichter van beenwerk. Het trekpaard speelde een belangrijke rol in de landbouw op Walcheren. Vanaf 1900 tot aan de Tweede Wereldoorlog nam het aantal trekpaarden toe. Er werd namelijk geïnvesteerd in machines die door trek paarden werden getrokken, zoals een zaaimachine, een cultivator, een aard- appel- en kunstmeststrooier of een zelfbin- der. Maar de inzet van meer trekpaarden ging ten koste van het aantal landarbei ders. Er was immers minder handwerk te doen. In 1939 werd nog geen vijf procent van al het landwerk in Zeeland door tracto ren gedaan. Pas vanaf 1960 werden de trekpaarden op veel bedrijven vervangen door een tractor. Het aantal trekpaarden op Walcheren be droeg in: Boven Onder jaar de drie jaar de drie jaar totaal 1816 2.141 292 2.433 1842 2.214 263 2.477 1876 2.105 427 2.532 1936 2.886 Meningen over het trekpaard Kenners en leken uit binnen- en buitenland gaven hun mening over het trekpaard op Walcheren. Van 1030 tot 1078 was Drogo bisschop van Terwaan (Thérouanne), een bis schopsstad in het noorden van Frankrijk. Hij prees in 1058 de forse paarden van Walcheren. In 1529 maakte de Italiaan Guicciardini een rondreis met paard en wagen over Walcheren. Over de paarden schreef hij: "Ze zijn hoog van bouw, maar zeer traag en men kan ze met de teugel moeilijk op onze [Italiaanse] manier sierlijke bochten laten maken." De patriot Thomas Speeleveldt, die in 1787 uitweek naar Frankrijk en in 1805/'06 in Middelburg in garnizoen lag, schreef: "Ze zijn bij uitstek zwaar en staan laag op de benen die grof en dik zijn. Dit geldt ook voor de hals. De manen bedekken een groot deel van de (p)lompen, neerhangen de kop." De Brit William Thornton Keep, die in 1809 met zijn regiment op het strand van Vrou wenpolder werd ontscheept om de Franse bezetters te verdrijven, was onder de in-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2011 | | pagina 42