46
1
Van links naar rechts: fannie Poortvliet, Janna
Schuit en Tan Ventevogel. (foto Wendy Mar-
teijn-Hulsteijn)
boek. Opmerkelijk is het ontbreken van enig
onderscheid tussen de kerkelijke gezindten
in dit verband. Kees de Ridder merkt in zijn
slotbeschouwing terecht op dat alle ge
zindten onder de noemer orthodox vallen.
Het geloof heeft de vrouwen vooral troost
gegeven en geeft dat nog steeds. Arne-
muiden is niet kerkistisch, ik wist het al,
maar toch doet het goed te lezen hoe een
vrouw uit de Gereformeerde Gemeenten in
Nederland met liefde terugblikt op het zin
gen van liederen van Johannes de Heer in
haar jeugd. Dat zal van iemand van een
vergelijkbare kerkelijke gemeente buiten
Arnemuiden niet zo makkelijk gezegd kun
nen worden. Dogmatisme is de meeste Ar-
nemuidenaars gelukkig vreemd.
Ik heb dus eigenlijk alleen maar lof voor dit
boek, zowel voor de foto's als voor tekst.
Natuurlijk zijn er dingen die je mist. Ik had
weieens iets willen lezen over de beruchte
snoepzucht van de Arnemuidenaars - toch
een onderwerp dat in een boek over vrou
wen past - en over de minder goede ver
houding met de (meeste) landbouwers uit
de omgeving waarop zoveel dorpsgenoten
voor werk waren aangewezen. O ja, in het
lijstje met bedankjes voorin wordt mijn
naam genoemd. Dat was niet nodig ge
weest: ik heb alleen maar de lijst met dia
lectwoorden gecheckt op de spelling er
van. Ten slotte: hopelijk zien we ooit een
tweede boek van Kees de Ridder - hij
heeft onmiskenbaar talent.
Jan Zwemer
Kees de Ridder en Wendy Marteijn-Hul-
steijn, Stae m'n bovenmusse goed? Arne-
muidse vrouwen in klederdracht, uitgave in
eigen beheer, Arnemuiden 2010, 160 pagi
na's, ISBN 978-90-816289-1-4, 24,95.