53 naar het museum - zagen we de lelijkste Grote Markt van Europa. We maakten er een foto van Dirk IV, graaf van Holland, die hier in de buurt werd vermoord (1049). De Grote Kerk is een juweel. De toren is gebouwd op 'huiden' en we leerden dat daarmee de oude eiken betimmering van schepen (scheepshuid) werd bedoeld. Maar ook dat bleek niet helemaal de cor recte betekenis te zijn. In het december nummer van Zeeuws Erfgoed (2010) staat die wél: huien (de voorlopers van heipalen) waren tonnen gevuld met boomstammen van enkele meters lang. Ze werden de grond in geslagen en vervolgens door zware eiken balken met elkaar verbonden om een stevig fundament te krijgen. In ie der geval heeft het allemaal niets met hui den of met koeien te maken. Oorspronke lijk bedoeld om 108 meter hoog te worden, werd de toren uiteindelijk 85 meter hoog. De top werd weer afgebroken om de snel heid waarmee de toren in de grond zakte (inmiddels 7,5 meter) wat af te remmen. Een betonnen kraag om de voet houdt hem nu op 72 meter, terwijl de top niet meer dan 2,25 meter uit het lood staat. De Grote Kerk heeft een prachtig interieur en een beroemd Bach-orgel. Merkwaardig is dat hier het begin van de Franse tijd aanleiding gaf tot het kappen van de fami liewapens uit de grafstenen, onder het motto: vrijheid, gelijkheid en broederschap. Symboolpolitiek noemen we dat nu. Ge spaard bleef het familiegraf van een ge waarschuwd man, die de steen op tijd liet omkeren. Vanuit de Grote Kerk wandelden we naar de kelder van het stadhuis (1383) voor onze lunch. Deze middeleeuwse markthal werd al vroeg in de zestiende eeuw als stadhuis in gebruik genomen. De wat saaie negentiende-eeuwse neoklassieke voorgevel laat zien dat aandacht voor het cultureel erfgoed van latere datum is. We stonden nog even stil bij het oorlogsmonu mentje 'je moet het je kinderen vertellen'. Het herinnert aan de deportatie van Jood se landgenoten. Onder de oude kruisgewelven van de Raadskelder van het stadhuis genoten we van een uitstekende lunch. Na de lunch volgde voor de helft van het gezelschap een rondvaart. De andere helft bracht een bezoek aan het museum Huis van Gijn en na een uur zouden de rollen worden omgedraaid. Vanuit de fluisterboot bekeken wij de stad, maar nu vanaf het water. De achtergevels zijn niet minder in drukwekkend dan de voorgevels; er is vaak ook minder aan verprutst. Wel waren hier en daar ramen en deuren dichtgemetseld om het water, dat nog steeds mee-ademt met het getij, uit de huizen te keren. Tij dens de verbouwing van het Dordrechts Museum zijn op meerdere plekken kopieën opgehangen van schilderijen van beroem de, met Dordrecht verbonden kunstenaars. De gemeente heeft een leuk en handzaam boekje gemaakt om aan de bezoeker mee te geven. We voeren al snel langs de eend van Al- bert Cuyp die gezelschap heeft van de moderne versie van Jan Roeland. Uiter aard ontbrak Ary Scheffer niet met een voor hem typerend schilderij. De man werd wereldberoemd in Frankrijk. In Dordrecht, waar hij in 1795 was geboren, werd dat goed begrepen. Een andere beroemde Dordtenaar is Si mon van Gijn. Hij was ervan overtuigd dat zonder kennis van het verleden, het heden niet goed kon worden begrepen. Hij was een heemkundige pur sang en een verza-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2011 | | pagina 57