meester. Later kreeg hij van mij de derde klas. Dat ging zo wat. Daar heeft hij zijn pensioen gehaald. Gelukkig merkte hij zijn tekorten niet erg, werd niet nerveus. Het zesde leerjaar was voor de heer Breel (45), een toegewijde, ijverige maar nerveu ze onderwijzer, die maar net de klas aan kon. Toch was hem voor zijn werk niets te veel." Ontwikkelingen in zijn persoonlijk leven In 1916 overleed onverwacht mevrouw Van Drunen-de Groot. Ze werd in Middelburg begraven. Van Drunen zelf bleef in de Nieuwepoortstraat wonen. Met de school- schoonmaakster, een "heel prettige, keuri ge Zeeuwse", maakte hij de afspraak voor een warme maaltijd per dag en het schoonhouden van de woning. Dat ging zeer goed en dat bleef zo tot eind 1918. Toen werd zijn zwager Johannes de Groot als predikant te Vlissingen beroepen en bevestigd. Van Drunen maakte met zijn zwager en schoonzusje de afspraak dat hij bij hen in Vlissingen zou komen wonen. Hij vroeg aan het bestuur of hij dat mocht. Hij kreeg toestemming en zo verhuisde hij naar de Badhuisstraat 48. Hij reisde met de tram heen en weer. Dat duurde onge veer vier jaar. In 1922 zocht de kerkenraad van Den Haag een nieuwe predikant en stuurde 'hoorders' uit om dominees te 'horen'. Deze commissie kwam in Vlissingen voor dominee Nobel, maar deze had net zijn beurt geruild met dominee De Groot. Zo kwam het dat De Groot werd beroepen in Den Haag. Hij nam dit beroep aan omdat de mogelijkheden in Den Haag groter wa ren. Zo zocht Van Drunen weer onderdak in Middelburg. Plotseling, zo schrijft hij, deed zich een mogelijkheid voor. Zijn boekhan delaar, tevens leverancier van de school, verhuurde kamers met pension. De firma R.M. Smits was gevestigd aan de Dam G 28 (thans nummer 2). De firma gaf onder meer de Weeklijsten der predikbeurten en de Nieuwe Zondagsbode uit. In dit oude patriciërshuis gaf een met marmer beklede gang links toegang tot de winkel en het magazijn en rechts tot een grote keuken. Aan het eind was de grote tuinkamer met uitzicht op een fraaie tuin. Boven lagen aan weerszijden van de gang kamers en aan het eind bevond zich een grote kamer van zeven bij zeven meter met een eigen wc en douche. De grote voorkamer kwam vrij. Daar heeft Van Drunen met veel ple zier tot 1926 gewoond. De grote tuinkamer was het bivak van de ongehuwde gerefor meerde predikant Telkamp en de kamer boven de tuinkamer werd bewoond door de griffier van de rechtbank. Samen wer den ze de drie kasteelheren genoemd. Nieuwe methode in zijn onderwijs "Omstreeks 1920 werd een zevende leer jaar verplicht. Hiervoor werd aan de school een nieuw lokaal aangebouwd en ik stelde het bestuur voor mij dit leerjaar te geven. Er hoefde zo geen onderwijzer bij te ko men. Dit gebeurde. Het was prettig wer ken. Ik ging zelf een vinding toepassen. Dit was de projector met zorgvuldig gekozen lichtbeelden. Hoe ik er toe kwam? Johan nes [zijn zwager, Sm.] had uit Palestina een prospectus van lichtbeelden meegeno men van de firma Benzinger. Prof. Benzin- ger, Palestina-kenner, archeoloog en theo loog, had deze voor zijn broer samenge steld en van een beschrijving en toelich ting voorzien. Ik zag er toepassing in voor het onderwijs. De projector kon ook platen

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2011 | | pagina 13