die van de vrije burgers. Bovendien kon den in de kantine nog bepaalde artikelen worden gekocht. Een heikel punt was het luchten. Dat ge beurde drie keer per dag een halfuur op de binnenplaats, volgens de geïnterneer den veel te weinig. Helaas was luchten buiten het depot niet goed uitvoerbaar. Nog steeds geïnterneerd Begin april 1943 - het depot was toen an derhalf jaar in gebruik - waren daar vijf mensen geïnterneerd: Kurtenitz, Budzynski (die nog steeds apart in een cel zat), Ga- wel, Hernandez en Chung Tsien Chien. De laatste werd echter al snel overgeplaatst naar het werkverruimingskamp De Rips in Deurne. Waar de andere Chinezen verble ven is onbekend. Op 8 april kwam een nieuwe gast de gele deren versterken, de Japanner Koituro Kubo. Er werd geprobeerd hem bij de Ko ninklijke Maatschappij De Schelde te plaat sen, maar dat is niet gelukt. Medio augustus kwam ook nog de Belg De Block naar Middelburg. De reden van zijn internering is niet bekend. Toelage voor de directeur Leiding en beheer van het depot beteken den voor directeur Lassche extra werk. Hij moest een afzonderlijke financiële adminis tratie bijhouden en meer correspondentie voeren over opname, eventueel ontslag en voeding. Ook had hij te maken met ontwik keling en ontspanning en bovendien moest hij de correspondentie van de geïnterneer den censureren. De onzekere situatie van deze mensen, onder wie twee internationaal bekende misdadigers, vereisten meer werk. Las- sches chef stelde daarom voor hem extra te belonen. In januari 1943 kreeg Lassche met terugwerkende kracht vanaf 1 oktober 1941 een toelage van 400,- per jaar. Of de werkers in het veld, de bewaarders, ook extra werden beloond, daarover zwij gen de documenten. Kubo door het lint Op 13 april 1944 deed zich een ernstig in cident voor. Het was hoofdbewaarder De Munck opgevallen dat Kubo zich die dag vreemd gedroeg. Hij had bijvoorbeeld aan hulpklerk Verduijn vergiffenis gevraagd voor zijn slechte gedachten. Toen de direc teur 's avonds in het depot kwam, wilde hij Kubo vóór de nacht nog wat kalmeren. De Munck haalde hem op en ook op de direc teur maakte Kubo een eigenaardige indruk. Toen hem gevraagd werd wat er aan de hand was, zei Kubo dat hij zich niet lekker voelde en een dokter wilde spreken. Dat kon die avond niet meer, waarop Kubo om sigaretten vroeg. Daarna vertelde hij in tra nen dat, terwijl Amerika en Engeland met Japan in oorlog waren, hij hier geïnter neerd zat en werkeloos moest toezien. Daar bleef het niet bij, plotseling greep hij een mes uit zijn zak en stortte zich op De Munck. De directeur schoot de bewaarder te hulp, wist Kubo in een soort houdgreep te nemen en hem het mes af te pakken. Toegeschoten bewaarders voerden Kubo af naar de strafcel. De Munck kon nog aan Lassche vragen: "Bent u geraakt?", maar hij zag zelf lijk bleek. Na het uittrekken van zijn uniformjas bleek zijn ondergoed vol bloed te zitten, veroorzaakt door wonden aan zijn schou der en in de hartstreek. Collega's verleen den eerste hulp waarbij De Munck enkele keren het bewustzijn verloor. Inmiddels was een arts verschenen, die hem naar

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2011 | | pagina 42