Bijeenkomsten
54
so, y J»
Klein Venijn
Op woensdagavond 24 november 2010
hield maritiem publicist Cor Heijkoop een
lezing naar aanleiding van zijn laatst ver
schenen boek Klein Venijn,1 De lezing be
stond uit drie gedeelten. In een korte inlei
ding werd eerst een schets gegeven van
de achtergronden van de inzet van de
Duitse marine aan het einde van WO II
van het kleine venijn ofwel de Kieinkampf-
mittel, door Cor Heijkoop vertaald met de
term vestzakstrijdmiddelen. Daarna werd
aan de hand van een serie foto's een
beeld gegeven van dit onderdeel van de
Slag om de Westerschelde. Ten slotte werd
een film vertoond met historische beelden
van de maritieme vestzaktechnologie.
Op 4 september 1944 viel Antwerpen na
genoeg ongeschonden in geallieerde han
den. Dat was belangrijk, want de Franse
havens waren in het oorlogsgeweld ver
woest en nagenoeg onbruikbaar geworden
en via Antwerpen zouden de lijnen met het
front een stuk korter worden. Ruim twee
maanden later, op 8 november 1944,
kwam ook de noordelijke Schelde-oever in
handen van de geallieerden en was de
weg naar Antwerpen vrij, maar door de tal
loze mijnen nog niet bruikbaar. Op 25 no
vember van dat jaar kon, na een intensieve
veegoperatie, het sein veilig worden gege
ven; drie dagen later arriveerde het eerste
geallieerde konvooi in Antwerpen.
Maar de Duitsers gaven niet op. Aan de
landzijde werd het Ardennenoffensief inge
zet om een wig te drijven in de geallieerde
linies en Antwerpen te heroveren. Aan de
zeezijde moest voldoende schade worden
aangericht om de geallieerde aanvoer te
vertragen. Daarvoor werd gebruik gemaakt
van het zogenoemde Kieinkampfverband.
Binnen de Duitse marine was dit K-ver-
band opgericht met het doel de verschil
lende typen Kieinkampf-middelen verder te
ontwikkelen. Dit geheime wapen omvatte
zowel bemande torpedo's, een- en twee-
mansonderzeebootjes, als kikvorsmannen
en met springlading bewapende snelle mo
torboten. IJmuiden, Hellevoetsluis, de
Poortershaven nabij Hoek van Holland en
de Rotterdamse Lekhaven werden de be
langrijkste uitvalhavens voor de K-verband-
aanvallen in het Scheldegebied.
In de zuidelijke Noordzee en in de Wester
schelde ontstond een felle strijd op het wa
ter, die voortduurde tot de capitulatie in
mei 1945. De geallieerden werden flink
door het klein venijn beziggehouden:
zestig konvooischepen werden tot zinken
gebracht en enkele tientallen schepen wer
den zwaar beschadigd. De schade was
echter, gerekend naar het totaal van de
geallieerde inzet, beperkt: ongeveer één
procent van het ingezette materiaal.
Een voorbeeld van het betrekkelijk falen
van het K-verband is het verhaal van de
achttien Seehunde, tweepersoonsduik-
bootjes die op nieuwjaarsdag 1945 uit
IJmuiden vertrokken en waarvan er slechts
twee terugkeerden. Soms kon de beman
ning het vege lijf redden en werd krijgsge
vangen genomen, of bleek op de veilige
kant van het front te zijn beland. Al met al
hebben ongeveer 450 Duitse militairen als
gevolg van acties in de Nederlandse wate
ren het leven gelaten.
Na deze inleiding waarin de achtergronden
werden geschetst van de inzet van het
klein venijn door de Duitse marine, volgde
een presentatie met meer dan zeventig fo
to's. Deze foto's gaven ook een beeld van
het maritieme leven aan de kant van de
geallieerden. Zo zagen we een afbeelding
van het Canadese vrachtschip dat als eer-