Groepsfoto van enkele pupillen voor het ge bouw van Kinderzorg aan de Veersesingel te Middelburg, ca. 1910-1920. Zeeuws Archief, Beeld en Geluid, nr. 320-292) voorzitter deelde deze opvatting niet. Hij was van oordeel dat de zolder altijd nog tot slaapzaal ingericht kon worden. Dat ge beurde in 1908. Na de verbouwing kreeg het bestuur toestemming 84 kinderen op te nemen. Door de groei van het aantal pupillen nam de was, die in het huis gedaan werd, ook toe. Aangezien na onderzoek bleek dat het goedkoper uitkwam de was in het huis te blijven doen, werd in 1909 een washuis - met op de bovenverdieping een mangel en droogkamer - aangebouwd. Het vol gende jaar kwam er een klacht van de stadsopzichter binnen dat het op de vest geloosde waswater te wit zag. Een aan sluiting op het riool was wenselijk, maar onmogelijk door het ontbreken van riole ring langs de Veersesingel. Het nieuwe jongenshuis Het aantal pupillen bleef maar groeien. In juni 1910 verbleven er 33 jongens en evenveel meisjes in het huis. Er waren 10 kinderen elders ondergebracht. Inspecteur Basquin, die in 1911 op bezoek kwam, liet weten dat hij zich vergist had. Er was plaats voor 75 kinderen terwijl er inmiddels 81 waren opgenomen. In het bestuur rees de vraag wat te doen: uitbreiden of een twee de stichting oprichten. De inspecteur ont- raadde een tweede stichting waarop het bestuur architect Van Dorst de opdracht gaf een bouwtekening met kostenraming te maken voor een paviljoen. Het ontwerp van Van Dorst zou circa 17.000 gulden gaan kosten. Het werd daarom eerst terzij de geschoven omdat het te duur was. Toen kwam er een stuk land vrij, grenzend aan de jongensafdeling van Kinderzorg. Beslo ten werd de grond aan te kopen en hierop Middelburg, rKinderzorg' Voorzijde Gebouw

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2011 | | pagina 15