ningvoorraad. Dat zijn veelal de wijken uit de jaren zestig en die zijn gesitueerd tus sen de stads- en dorpskernen en de latere kwalitatief goede uitbreidingen. Zo krijg je rond de kern van een stad of dorp dus een leeg gebied. Daarachter liggen de uitbrei dingen uit de jaren zeventig en die liggen dan dus los van die stad of dat dorp. Dat is een geheel nieuw ruimtelijk feno meen en dat biedt ook kansen voor de in richting van die tussenzone. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan ruimte voor water en groen, maar ook voor wat we nu misschien nog niet kunnen bedenken. Werken Lokale bedrijventerreinen zijn nu afgerond. Het lijkt erop dat we in staat zijn geweest terreinen die in verval waren geraakt op te knappen. De groenzones rond de terreinen zijn ook een beetje volwassen geworden. Toch is er ook spijt, spijt over het mogelijk maken van te grote bedrijven op deze ter reinen, spijt over de aanleg van wel heel grote lokale terreinen en spijt over de con currentie tussen de verschillende gemeen ten. Dat alles heeft ertoe geleid dat de lo kale terreinen te groot en lelijk zijn terwijl er in het Sloegebied nog behoorlijk wat ruimte over is. Zelfs in 2025 zal er daar nog ruimte over zijn. Gelukkig is het zoge naamde schaamgroen zo hoog geworden dat deze zondes uit het verleden groten deels aan het oog worden onttrokken. Het prettige aspect van deze spreiding van be drijfsterreinen is dat het tevens een sprei ding is van werkgelegenheid; veel Walche- naren werken door die lokale terreinen vlak bij huis. Aannemers, bouwmarkten en keukenboeren, bijvoorbeeld, hebben daar hun plekje gevonden en dat betekent een spreiding van winkels en voorzieningen. Hierdoor zijn die bedrijven zeer goed be reikbaar voor de bevolking. Het Sloegebied hoeft dus niet meer uit te breiden. Hoe ingrijpend dat in het verleden was voor het landschap wordt geïllustreerd door oude en nieuwe luchtfoto's waarop te zien is hoe het slikken- en schorrengebied werd omgevormd tot industriegebied. Dus ook hier geldt nog de uitspraak van een zeer beroemd voetballer uit de jaren zeventig: "Elk nadeel heb zijn voordeel." We weten in 2025 vast de naam van die voetballer nog. Ten slotte Ik heb geprobeerd met u vooruit te kijken naar Walcheren in 2025. Het is lastig dat te doen voor zo'n relatief korte periode, zeker omdat in die periode na vele decennia van groei de bevolkingsomvang niet meer gaat toenemen. Het voorspellen van de toe komst op zich is al moeilijk, maar door een dergelijke trendbreuk extreem moeilijk. Toch durf ik te zeggen dat het met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid goed wonen, werken en recreëren is op het Walcheren van 2025. Een Walcheren dat dan opnieuw de Tuin van Zeeland zal zijn. Weliswaar met omwalde of door groen omgeven rommelgebieden, maar toch een gebied om van te houden. C.J. Colijn

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2011 | | pagina 34