Doorkijkje naar
groene toekomst
27
2025
Natuur
Anno 2011 verkeren natuur en landschap
in Zeeland onverwachts in zwaar weer. Er
is veel kritiek op de natuurorgani
saties en de aanleg van nieuwe
natuur ligt publiekelijk onder vuur.
Daarvoor is een aantal oorzaken
aan te wijzen. Het is altijd goed om
eerst de hand in eigen boezem te
steken en daar zal ik dan ook mee begin
nen.
Op de eerste plaats had de voorlichting
aan het publiek over een aantal natuurza-
ken beter gekund, beter gemoeten zelfs.
Bijvoorbeeld als het gaat om de aanleg
van nieuwe natuur. Voor die aanleg is alle
reden. Het betekent dat we de schade aan
de natuur nog wat kunnen inperken en niet
dat we de natuur ongebreideld uitbreiden
of versterken. Toch is dat laatste het alge
mene beeld bij veel mensen. Er had meer
kunnen gebeuren om duidelijk te maken
dat bijvoorbeeld tureluurs, grutto's en pa
trijzen door alle genomen maatregelen al
leen maar minder grote klappen krijgen,
maar dat er ook anno 2011 nog sprake is
van nettoverliezen.
Dat brengt me tegelijk op een ander - min
of meer contrair - punt als het gaat om
communicatie. De successen die er wel
degelijk geboekt worden, zouden óók dui
delijker gecommuniceerd moeten worden,
al was het alleen maar om te voorkomen
dat er een wijdverbreid gevoel van "het
helpt allemaal toch niks" ontstaat.
In de tweede plaats is er de als 'doorge
schoten'ervaren wetgeving van bijvoor
beeld de Flora- en Faunawet en de wetge
ving rondom Natura 2000. Deze wetten
zijn nuttig en nodig, maar als ze rigide en
bureaucratisch gehanteerd worden, kun
nen ze onnodig remmend werken en dat
zet veel kwaad bloed. Het leidt tot opmer
kingen als "vogels zijn tegenwoordig be
langrijker dan mensen" en soortgelijke kre
ten. Als natuurorganisaties als
coöperatief speler in het maat
schappelijk krachtenveld willen
functioneren mogen ze, ook wat
dit punt betreft, best kritisch naar
zichzelf kijken. Daarbij moet tege
lijkertijd gezegd worden dat er in de kritiek
veel onwetendheid en loze napraterij zit en
dat de genoemde wettelijke instrumenten
absoluut onmisbaar zijn om de kwaliteit
van onze natuur nog enigszins op peil te
houden.
Een derde reden voor de huidige situatie
ligt in een aantal moeilijke dossiers die de
laatste jaren gespeeld hebben of nog spe
len. Zo is er de ontpoldering van de Hedwi-
gepolder, waarbij de natuurorganisaties
onterecht de zwartepiet krijgen toege
speeld voor zaken die door de overheid
geïnitieerd zijn. Verkleefd aan de ontpolde
ring is het plan Waterdunen, dat in eerste
instantie geen ander doel had dan West-
Zeeuws-Vlaanderen te laten meeprofiteren
van de economische spin-off van de aan
wezige natuurlijke rijkdommen. Het is naar
mijn overtuiging de verloren communicatie
slag die hier de patstelling heeft doen ont
staan en niet de zaak zelf. Ik kom er later
op terug.
Nieuwe wegen langs oude lijnen
Vooruitkijkend naar 2025 ben ik er stellig
van overtuigd dat het tij voor natuur en
landschap weer zal keren. Als je kijkt naar
de afgelopen 75 jaar dat Het Zeeuwse
Landschap bestaat, dan is er een door
gaande lijn van steeds meer aandacht
voor natuur en landschap, ondanks nu en
dan een dip(je). Dat is ook logisch omdat