Een voorbeeld van multifunctionele landbouw
op Walcheren, Pitteperk aan de Breeweg te
Koudekerke: boerderij, zorgboerderij in samen
werking met Philadelphia, kaasboerderij en mi-
nicamping. (foto Leo Hollestelle)
Zal de landbouw aan belang inboeten? We
kunnen ons afvragen: willen we dat? Voor
de landbouw zelf is die teruggang niet het
meest ideale toekomstbeeld. Maar er zijn
zeker nog kansen, en een aantal daarvan
wil ik hier noemen.
Of het totale plaatje van de landbouw voor
2025 beter of slechter is dan nu, is hele
maal afhankelijk van wie ernaar kijkt, want
er spelen veel verschillende belangen.
Minder werkers
Tot op de dag van vandaag neemt het
aantal bedrijven en werkers in de land
bouw af. Jaarlijks gaat 2 a 5 procent van
de grond naar wegenaanleg, woningbouw,
natuur- en industrieontwikkeling. De ko
mende jaren zal deze afname van bedrij
ven wat vertragen.
Minder dan 3 procent van de beroepsbe
volking op Walcheren werkt nog in de land
bouw, dat zijn ongeveer drieduizend men
sen. Zij gebruiken samen een oppervlakte
van circa 11.500 hectare. Dat is iets meer
dan 50 procent van het Walcherse grond
oppervlak en dat is minder dan het lande
lijk gemiddelde (circa 70%). Van deze wer
kers is meer dan de helft 50-plusser. Er
zijn circa vijfhonderd bedrijven en van al
die bedrijfshoofden heeft hooguit 20 pro
cent een duidelijke opvolger.
De meeste bedrijven worden gerund als
parttime bedrijf. Dit is een ontwikkeling die
al jaren bezig is. Waar overtollige arbeid
eerst bij buren en loonwerkers, in de bouw
of in de haven werd ingezet, zie je nu
steeds vaker ondernemers een fulltime-
baan aannemen en in de weekends en 's
avonds het werk op de boerderij uitvoeren.
Een ander fenomeen is het opzetten van
een nevenbedrijf, van constructiebedrijf tot
adviesbureau, van klussenbedrijf tot mane
ge. Vaak wordt dat nevenbedrijf al heel
snel het belangrijkst, zowel wat betreft de
tijdsbesteding als wat betreft de inkom
sten.
Een ontwikkeling die je in de hele maat
schappij ziet, is dat man en vrouw allebei
een baan hebben. Vroeger oefende de
boerin haar baan fulltime uit op het land-
bouwbedrijf; daarmee werd 'vreemde' ar
beid uitgespaard. Nu houden de meeste
vrouwelijke partners hun eigen baan en
het wordt steeds normaler dat de boer tijd
vrijmaakt om voor de kinderen te zorgen
en om ze bijvoorbeeld naar het kinderdag
verblijf of de school te brengen.
Al met al blijkt dat boeren steeds meer
moeite hebben hun arbeid rendabel in te