Prognose van de omvang van de bevolking van Walcheren en overig Zeeland in
2025 naar leeftijd (in procenten)
2010 2025
leeftijd Walcheren Overig Zeeland Walcheren Overig Zeeland
0-20 jaar 23 24 22 22
20-65 jaar 59 58 54 53
65 jaar en ouder 18 18 24 25
Absoluut totaal 115.000 266.000 119.000 260.000
Bron: CBS Statline 2011
Uit hier niet opgenomen prognoses voor
2040 blijkt dat de ontwikkeling zich na
2025 voortzet. De bevolking van Walche
ren zal tot 2040 nog met 4 procent groei
en, de groei in overig Zeeland zal afnemen
met 6 procent. Nederland als geheel groeit
tot 2040 met 6 procent.
Uit de tabel blijkt nog een ander bekend
fenomeen, namelijk dat er duidelijk sprake
is van een sterke vergrijzing en een lichte
ontgroening. Ook die tendens zet zich na
2025 door. Walcheren verschilt hierin niet
veel van overig Zeeland; in 2040 is 28 pro
cent van de Zeeuwse bevolking 65 jaar of
ouder, iets meer dan de 26 procent die in
2040 voor heel Nederland wordt verwacht.
Zeeland is en blijft de meest vergrijsde
provincie van Nederland.
Krimp vereist van ons een nieuwe mindset,
zoals dat tegenwoordig in goed Neder
lands heet, en de provincie Zeeland heeft
er een verstandige nota over uitgebracht.1
Die omslag in het denken wordt door Co-
lijn geïllustreerd aan de hand van een nota
uit 1970, waarin de overspannen groeiver
wachtingen zijn verwoord waarmee meni
ge Zeeuw is opgegroeid. Wie kennisneemt
van de nota, beseft dat ons veel onheil be
spaard is gebleven. Groei zowel als krimp
hebben positieve en negatieve kanten en
recentelijk breekt het inzicht door dat krimp
ook nieuwe kansen biedt. Zo wordt Van
Koeveringe door de provincie op zijn wen
ken bediend als het gaat om het stimule
ren van deeltijdwonen: "Zeeland zou deel
tijdinwoners [sic] moeten omarmen in
plaats van afstoten: het past bij de rol die
Zeeland heeft en steeds meer zal krijgen
in de interregionale context, dé plek binnen
het verstedelijkte Beneluxgebied, waar nog
rust, ruimte en schone lucht aanwezig is."2
De vraag is natuurlijk of gemeenten voor
die nieuwe deeltijdinwoners weer in het
buitengebied gaan bouwen. Nee, liever
niet. Benut vooral de ruimte binnen de be
bouwde kom, meent Kodde. Maar voor de
happy few met landhuisaspiraties staat de
deur al op een kier.
Krimp c.q. stabilisatie is op zichzelf het
probleem niet, wel de manier waarop we
ermee omgaan. Als groei en kwantiteit niet
langer ijkpunten voor beleid zijn, ontstaan
er kansen om meer aandacht te schenken
aan de kwaliteit van de publieke ruimte of,
zoals de provincie Zeeland stelt, "Kwaliteit
is het doel, bij alle sectoren en thema's
dient een kwaliteitslag gemaakt te wor
den."3 De culturele verschraling die het ge-