67 Ook dit is industrieel erfgoed. Diepvrieshuisje uit 1958 aan de Preiaatweg 67 in Aagtekerke. (foto L. van Kampen) De aandacht voor het industrieel erfgoed is ontstaan in Engeland, waar het begrip industrial archeology het eerst werd ge bruikt in de jaren vijftig van de vorige eeuw. In Engeland bestond geen opruim- cultuur en het was niet ongebruikelijk om overtollige fabrieken aan hun lot over te la ten, zodat een eeuw later de restanten van de vroege Britse mijnbouw en industrie let terlijk moesten worden uitgegraven. Rond 1975 is de aandacht voor het industrieel verleden overgewaaid naar Nederland, aanvankelijk ook onder de term 'industriële archeologie' of 'monumenten van bedrijf en techniek'. Later, in 1996 (het Jaar van het Industrieel Erfgoed), werd het begrip 'in dustrieel erfgoed' geïntroduceerd. In die geest heeft ook de WIAZ zich vanaf haar oprichting in 1982 tot WIEZ ontwik keld. Doel van de werkgroep is om na te gaan wat er nog aan industrieel erfgoed resteert en wat waard is om te behouden. De WIEZ zorgt voor een zo omvattend mogelijk overzicht van bestaande (en soms inmid dels verdwenen) 'objecten' in de provincie. Inventarisatie van objecten is niet voldoen de. Er wordt een zo compleet mogelijke documentatie aangelegd. Alles wat bekend is van het object (plaats, adres, kadastrale gegevens, informatie over de geschiede nis) wordt genoteerd en er wordt zoveel mogelijk informatie opgespoord, zowel door het echte veldwerk ter plekke als door onderzoek in literatuur en archieven. Daarbij gaat het niet alleen om de grote objecten, maar ook om de kleinste details zoals bijvoorbeeld het prachtig versierde ijzerwerk van de balustrades in de stoom fabriek van Sluiskil. De resultaten van het

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2011 | | pagina 75