11 België. Dit gebied werd, samen met een deel van Limburg, na de oorlog door de Belgen opgeëist als compensatie voor in de oorlog geleden schade. Naast zijn predikantschap was Pattist met ingang van juli 1916 ook benoemd tot schoolopziener in het arrondissement Mid delburg. Blijkbaar beviel dit beroep hem meer dan dat van predikant, want met ingang van 1 januari 1921 werd hij voltijds inspec teur bij het Toezicht op het Lager Onderwijs, district Mid delburg. In die functie had Van Drunen natuurlijk veel met hem te maken. Vooral toen hij na de oorlog op kamers woonde in Middelburg at Pattist, na een schoolbezoek, vaak bij Van Drunen. Mevrouw Smit, diens hospita, zorgde voor een goed diner, Van Dru nen zelf voor een goed glas. Dat laatste smeerde de tong: "De heer Pat tist was zeer geschikt, levendig, eenvou dig, alleen wat loslippig, waardoor ik de hele schoolsituatie op Walcheren te weten kwam met zijn kritiek." In 1924 werd Pattist inspecteur in Den Haag. Toen Van Drunen in 1926 ook naar een functie in die plaats solliciteerde, bleek de prettige relatie nog in stand. Pattist werd door het schoolbestuur geraadpleegd (uitzonderlijk in het bijzonder onderwijs) en kon Van Drunen van harte aanbevelen. Roddels: de God van Walcheren In een kleine gemeenschap als Middelburg was het onvermijdelijk dat er roddels rond gingen, vooral over figuren die een voor aanstaande rol speelden in het dagelijks leven. Van Drunen herinnert zich uit de periode van de Eerste Wereldoorlog onder andere de militaire commandant van Wal cheren, "door de spraakmakende gemeen te door zijn doen en laten de God van Wal cheren gedoopt." Het was inderdaad een spraakmakende man, de overste (later kolonel) A.J. Goos- zen, officieel behorend tot het Oost-lndi- Koningin Wilhelmina en overste Gooszen, commandant van Walcheren (bijgenaamd de God van Walcheren) op het Molenwater, ca. 1916. (Zeeuwse Bibliotheek, Beeldbank Zee land, afbeelding 11890) sche leger. Omdat Walcheren sinds januari 1916 militair gebied was, hadden ook de burgers met het militair gezag te maken door de vele ge- en verboden die over hen werden uitgestrooid. Het maken van foto's, tekeningen en schilderijen in de openlucht was bijvoorbeeld niet toegestaan, de hoog te van beladen wagens werd gereguleerd en naast de burgerlijke overheid vaardig den ook de militaire gezagsdragers vele distributievoorschriften uit. Gooszen stond erom bekend dat hij zeer op zijn ponteneur stond. In 1915 kwam landbouwer F.S. te

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2011 | | pagina 19