Biggekerke voor het kantongerecht omdat
hij met zijn "veerenwagentje" niet op tijd
was uitgeweken om de automobiel van de
militaire commandant te laten passeren.
De commandant, opgeroepen als getuige,
verklaarde: "Van uitwijken was geen spra
ke, over het algemeen wordt er slecht uit
geweken en de dienst laat niet toe dat
men steeds lang moet wachten." De getui
ge had zijn adjudant gelast de auto te ver
laten om beklaagde te gebieden uit te wij
ken. Het was er kennelijk nogal heftig aan
toegegaan, want de betrokken boer had
zich beklaagd bij zijn burgemeester. Deze
verklaarde ter rechtszitting dat "beklaagde
op den bewusten middag opgewonden bij
hem kwam en hem het geval mededeelde,
hij zei o.a. dat de officieren hem niet vrien
delijk hadden toegesproken."
Gooszen mocht het dan de burgers lastig
maken, hij deed op zijn manier ook wat
voor hen terug. Veel maatschappelijke acti
viteiten luisterde hij op door zitting te ne
men in erecomités voor bijvoorbeeld een
concours hippique, een huisvlijttentoonstel-
ling of een gymnastiekmanifestatie. Hij
bood zelfs ondersteuning in stoffelijke zin,
toen hij ten behoeve van de tombola van
de Belgische Vakvereeniging "een prachti
ge koperen pronkvaas" doneerde.
Maar dat waren niet de zaken waardoor hij
over de tong ging. Volgens Van Drunen
ging het vooral over zijn drinkgewoonte: "In
Middelburg kwam de militaire commandant
om vier uur 's middags in woeste vaart per
auto de Lange Viele, hoofdstraat van de
stad, instuiven, voor het hoofdrestaurant
stilhouden, waar hij zijn grote dorst kwam
lessen uit kleine roemers. Het hinderde
hem niet want er was een militair aan het
stuur, die de rit moest uitvoeren. Toch is
het suizen van de woeste vaart zijn zwa
nenzang geworden. Op de terugvaart naar
Vlissingen is de auto over de kop gesla
gen, hij viel in de sloot en verdronk. De
chauffeur kwam er nog goed af. Een hoe
raatje in Middelburg."
Hier lopen waarschijnlijk een paar verhalen
door elkaar. Het eerste deel is aanneme
lijk, maar de slechte afloop klopt niet. Dat
militaire automobielen in die tijd vaak on
verantwoord hard reden, zonder aandacht
te schenken aan andere weggebruikers en
de nodige ongelukken veroorzaakten, lijdt
geen twijfel. Geregeld stonden daarover
berichten in de kranten. Zo meldde de Vlis-
singsche Courant over een ongeval op de
zelfde weg tussen Middelburg en Vlissin
gen: "Toen de heer K. uit Middelburg zich
heden op den Nieuwen Vlissingsche weg
bevond, werd hij achterop gereden door
een militairen automobiel. Het blijkt dat het
portier van deze auto niet goed gesloten
was, althans het open sloeg en de heer K.
werd er door in den rug getroffen, waar
door hij over het stuur van zijn rijwiel op
den grond terecht kwam. Het is zeker een
groot wonder, dat hij er zelf met den hevi-
gen schrik en 'n paar kleine blessuren aan
de handen afkwam, terwijl de fiets deerlijk
gehavend was. De auto, die zooals de
meeste militaire auto's met groote vaart
reed, stopte even om het portier te sluiten,
maar reed toen dadelijk weer verder. De
heer K. heeft aangifte bij de politie gedaan
van het gebeurde."6
Kolonel Gooszen is tijdens de oorlog ech
ter niet bij zo'n ongeval met een militaire
auto omgekomen; de drinker is niet ver
dronken, zoals Van Drunen meent. In 1919
was hij nog springlevend. In dat jaar moest
hij voor het hoog militair gerechtshof in
Utrecht verschijnen omdat hij in Vlissingen
een achtjarig jongetje had mishandeld