Smid en schrijver
Leven en werk van Hendrik Sturm uit Serooskerke
Serooskerke kende in de vorige eeuw
enkele inwoners naar wie straten zijn ver
noemd. Een van die inwoners was Hendrik
Sturm.1 Oudere Serooskerkenaars hebben
hem zeker gekend. Hij was gedurende zijn
werkzame leven knecht bij de smederij van
Meijers. Deze smederij bevond zich op de
hoek van de Noordweg en het Smidsweg
je, bij de hervormde kerk. Maar Sturm was
ook schrijver.
Hendrik (Eine) Sturm werd geboren te Se
rooskerke op 10 februari 1907 en overleed
aldaar op 10 april 1978. Hij was een voor
die tijd lange man (1,85 meter) en hij was
ongehuwd. Hij woonde samen met zijn ou
ders aan de Noordweg, nummer 27. Daar
had zijn vader een schoenmakerszaak en
gedurende de oorlogsjaren kon men daar
ook terecht voor knippen en scheren. Later
verhuisde Sturm senior met vrouw en zoon
Eine naar nummer 40, aan de overzijde
van de Noordweg.
Eine Sturm was een vakman. Paarden be
slaan was zijn specialiteit. Maar ook zijn
smeedwerk - vooral schoorsteenversierin
gen - getuigde van vakmanschap.
Ik sprak met Frans van den Driest over
deze Serooskerkenaar. Frans heeft de
smid en schrijver goed gekend. Het gezin
Van den Driest woonde drie huizen verder,
op nummer 46, en de jonge Frans ging re
gelmatig bij Meijers in de smederij kijken
als Eine aan het werk was. Eine stuurde
Frans er vaak op uit om voor hem een
pakje zware Van Nelle te halen. Als hij aan
het werk was, had hij altijd een sigaretten
pijpje tussen z'n lippen.
Eine Sturm kreeg al vroeg belangstelling
voor literatuur. Hij begon met het schrijven
van verhalen voor tijdschriften als De Spie
gel, De Standaard, Op den Uitkijk en Kro
niek van de week. Aanvankelijk schreef hij
onder het pseudoniem H. Eilander, later
publiceerde hij onder zijn eigen naam.
Romans
Sturms allereerste roman, De prijs der vrij
heid, verscheen in 1948. Het boek werd
meteen een bestseller. De roman gaat
over de belevenissen van een familie in
Serooskerke tijdens de inundatie van Wal
cheren in 1944. Het boek kon worden be
steld via een boekenclub en was daarom
in korte tijd bekend in heel Nederland. In
een interview vertelde Eine over zijn stre
ven om "eenvoudige werkelijk christelijke
volkslectuur te scheppen in een roman die
als 't leven zelf kan zijn, te verweven met
wat er in het eenvoudige volk leeft".
Dit boek werd gevolgd door de jeugdro
man Toen 't water kwam (1953), de roman
En het leven gaat verder (1954) en enige
verhalen. De meeste romans en verhalen
beschrijven het leven van de gewone
mens op Walcheren in de eerste helft van
de twintigste eeuw. Sturm nam het daarin
altijd op voor de arbeiders. Voor de boeren
had hij minder sympathie.
Na de jaren vijftig bleef het lange tijd stil
rond de schrijver. De uitgevers hadden
minder belangstelling voor zijn verhalen.
Eine dacht dat uitgevers geen boeken en
verhalen meer van hem wilden uitgeven
omdat ze te christelijk waren en omdat de
belangstelling voor dit genre bij het lezers
publiek was afgenomen. Maar het zou ook
zo kunnen zijn geweest dat de uitgevers
uitgekeken waren op de inhoud van zijn
verhalen die niet altijd even sterk meer
was.