23 Als de dagtaak is gedaan, trekt Sturm zich te rug in zijn werkkamertje om op zijn machine weer nieuwe verhalen of een nieuw hoek te gaan schrijven.(foto Erik de Vries) Ja, een roman. Want deze negenenveertig jarige smid kruipt, wanneer het werk in de smidse gedaan is en hij met vader en moeder in de kleine kamer zijn welverdien de boterham gegeten heeft, in zijn 'kotje', zoals hij zijn werkkamertje noemt, om daar temidden van zijn collectie boeken achter de schrijfmachine het gehoorde, het zelf- beleefde of het gefantaseerde op papier te gaan zetten. Dan rikketikt de schrijfmachine tot laat in de avond of hij blijft lange tijd zwijgen, omdat het verhaal nog geen vaste vorm in het hoofd van de schrijver gevonden heeft. Die liefde voor het geschreven woord dateert niet van vandaag of gisteren. Nee, toen Hendrik Sturm nog een baardeloze jongeling was, bemerkte hij reeds zijn lust om te schrijven. Toen hij in die tijd onder werpen en inleidingen maakte voor de jongelingsvereniging, voelde hij al, dat uit sommige gegevens veel méér te halen was dan hij op die ogenblikken op het papier zette. Bovendien had hij al vroeg grote lief de tot 'het boek'. Op vijftienjarige leeftijd las hij reeds Dickens. En uiteraard leest hij nóg graag en veel. Antoon Coolen, zijn lievelings schrijver, J.C. van Schagen, een Zeeuws auteur, Stijn Streuvels, Hemmingway, Remarque, Dostojewski Schuld en Boete), Cronin, Arthur van Schendel. Wat hij ook nog altijd een mooi boek vindt, is Als de winter komt van A.S.M. Hutchinson. En zo is het gekomen, dat hij tussen zijn twintigste en dertigste jaar artikelen ging schrijven voor het vakblad De Hoefsmid, waarop hij als smidsknecht geabonneerd was. Op een gezellige, prettige leesbare manier schrijft hij o.a. over het beslaan van paarden en andere technische onderwer pen. In St. Laurens op de post Totdat hij in 1939 zijn eerste 'echte'verhaal aan het papier toevertrouwde. Op een af- gesloten hoekje van de zolder werd het geboren. Niemand wist er iets van omdat hij er zich eigenlijk voor schaamde, be vreesd als hij was om uitgelachen of mis-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2011 | | pagina 31