geboortegrond, maar ook de bewoners.
Het was in de crisistijd, dat Sturm de
meeste van zijn verhalen opdeed bij het
smidsvuur. Buiten joeg de koude winter-
wind, maar in de smederij was het bij het
knetterend vuur zo behagelijk, dat soms
zo'n tien, vijftien werkloze mannen van het
dorp er verpozing en warmte zochten. Dan
werden er vertellingen gedaan, waarnaar
de smidsknecht gretig luisterde. En 's
avonds in zijn 'kotje' beleefde de smid,
maar nu als schrijver, de verhalen op
nieuw...
De eerste roman
Tijdens de bezettingsjaren kregen zijn pro-
dukten een ander karakter. Hij mocht het
nazi-regime niet. Ook zijn hart snakte naar
de dag vol van rood, wit en blauw met een
zwier van oranje er boven. Maar toen de
bezetter de strik om de hals van het Ne
derlandse volk steeds strakker aanhaalde,
toen het gevaar van huiszoeking en depor
tatie met de dag groter werd, toen zijn al
die verhalen, die de anti-nazi geest in zich
droegen, verbrand en zodoende ook later,
toen het weer vrede was, nimmer gepubli
ceerd.
Wat wel gepubliceerd en met tienduizen
den exemplaren verkocht werd, was
Sturm's eerste roman De Prijs der Vrijheid.
Het boek, waarin hij kort na de oorlog de
ramp beschreef, die Walcheren trof tijdens
de bezettingsjaren, toen de dijken gebom
bardeerd werden door de Engelsen om de
Duitsers te verjagen, maar waardoor tal
loos vele Zeeuwen een zware prijs voor de
vrijheid moesten betalen. In dit boek kon
de Walcherse smid zich uitleven. Het groei
de en werd geboren door eigen belevenis
sen en wat meer is, waarin hij zijn liefde
kon uitspreken voor de grond, waarop zijn
wieg eens stond. En nóg kan de schrijver
veel vertellen over die angstige en toch
ook weer sterk makende tijd. Hoe hij met
kleine, wankele boten de polders door voer
om evacués weg te brengen en vee te red
den.
Maar dat is nu allemaal weer voorbij.
Sturm heeft het alles nog wat eenvoudiger
dan in zijn roman verteld in een jongens
boek, dat als titel draagt Toen het water
kwam en uitgegeven werd bij N.V. Jan
Haan te Groningen. De diepste beweeg
reden tot schrijven van dit boek - evenals
trouwens tot het ontstaan van De Prijs der
Vrijheid - is wel om niet te doen vergeten
hoe erg en hoe voortdurend smadelijk het
is te zuchten onder een vreemde heer
schappij. Ook om te laten zien hoe waar
dig het lot gedragen werd, de uitzonderin
gen daargelaten. En ook om te beschrijven
en de herinnering vast te houden over het
aanpassingsvermogen van mensen, die
plotseling in geheel andere levensomstan
digheden komen te verkeren. Het is een
verhaal van vijf jongens, die de vloed van
zeewater elke dag zien klimmen over hun
eiland, er op jongensmanier het leed en de
pret van ervaren. Want het was een tijd
van uitersten, van diep verdriet en van har
telijk lachen. Ook waren er (behalve de
dode) nog de goede Duitsers. Daarvan
laat het boek eveneens iets zien.
Geert Louws hakte zijn duim af
Een tweede roman, die evenals De Prijs
der Vrijheid bij N.V. Gebr. Zomer en Keu-
ning te Wageningen werd uitgegeven, ver
scheen nog niet zo lang geleden. In dit
boek kreeg de lichamelijk gebrekkige
Geert Louws de hoofdrol en de tijd, waarin
het verhaal speelt, is het begin van deze
eeuw. Geert Louws, de zoon van een ar-