Ongenode gasten 37 Indringers op het Huis ten Duine in 1765 V:: thuys tcztVuyng Dinsdag 11 juni 1765 liep voor het perso neel van het Huis ten Duine heel anders af dan ze van tevoren hadden kunnen den ken. Een groep ongenode gasten reed met koetsen de oprijlaan van deze buitenplaats in en wilde er aan de andere kant uitrijden om zo de kortste weg naar de herberg te nemen. Vermaningen van de tuinbaas mochten niet baten. Het liep uit op een scheldpartij en er vielen enkele rake klap pen. De verbouwereerde arbeiders meld den zich een paar dagen later bij het dorpsbestuur om daar hun verhaal te doen. Twee aktes, voorzien van de hand tekeningen van alle getuigen, vertellen wat ze die dag hebben meegemaakt.1 Buitenplaats Het Huis ten Duine lag in de Manteling, ten noorden van Oostkapelle. Deze buiten plaats was aangelegd in de late zeventien de eeuw en later gaandeweg uitgebreid. In het midden van de achttiende eeuw lag er om het huis met zijn grote siertuin en lang werpige bassins een uitgestrekt lanenstel- sel met hakhoutbossen. De buitenplaats was toen eigendom van de Middelburgse burgemeester Willem Thibaut, heer van Aagtekerke, die Huis ten Duine in 1762 van zijn vader had geërfd.2 De hoofdingang van de buitenplaats lag aan de tegenwoordige Duinweg, aan de oostzijde van de tuin. Het hek aan die weg bood toegang tot de zogeheten Noord- dreef, die langs de hele noordrand van de buitenplaats liep en tegenwoordig nog ten dele te herkennen is in de Eikenlaan. Dit inmiddels verdwenen hek droeg het jaartal 1763 en was ten tijde van het incident dus nog maar net nieuw. Aan de andere kant kwam deze laan uit op wat toen de Berkenbosweg heette (nu Groeneweg). Ook hier was de laan afgesloten door een hek. Tegenover de hoofdingang aan de Duin weg stond de herberg Het Houten Kraan tje, een populaire pleisterplaats voor gezel schappen die een rijtoertje maakten door het groen van de Manteling of die door de duinen een ritje naar het strand maakten. Het gezelschap waar dit verhaal over gaat, was ook op weg naar die herberg. Indringers Het tuinpersoneel van het Huis ten Duine, tuinbaas Jan Kesteloo voorop, toog de vrij dag na het incident naar het dorpshuis om daar aangifte te doen. De schepenen Pie- ter Six en David Koets, bijgestaan door de secretaris Hendrik Francke, hoorden het verhaal aan. De aanwezigen waren, naast Kesteloo, Jan Maartense Roose, Joris la Soe, Jan den Hollander, Pieter Back, Pie- ter den Hollander en Cornelis Gilde, die al len in Oostkapelle woonden, Lourens Pie- tersz. Louws uit Melis- en Mariekerke en ten slotte Jan Faassen de Jonge en Cor nelis Kesteloo, eveneens uit Oostkapelle. Het moet een volle bak geweest zijn in de kleine rechtkamer in de herberg tegenover de kerk. Kesteloo verklaarde dat hij die dinsdag rond een uur of vijf 's middags aan het werk was in de tuin toen hij maar liefst acht koetsen de poort aan het westeinde van de Noorddreef zag inrijden. Kennelijk wilde het gezelschap de kortste weg naar herberg Het Houten Kraantje nemen, die tegenover het hek aan het andere einde van die laan lag. De rijtuigen reden langs

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2011 | | pagina 45