■h«. +V -Kv fcV 4V f "n f h =N -K* Kj* ~K^ ^2/ b'y/ i>6( tV fV K'^'V j;V tV t'VfV 53. t'VfV Kif-If* I; V. f% f V> Z f" t t 6S' t P g 1 fV ^U fp °u ïfis l 1fit. ff 1 41 -j- 1o. rj: lo. bfo \So. 1) jo f n K '31 f 1*i 2f -f /f. li. \-n 7 J-o 8. jv 9. in de periode dat er maalbelasting werd gehe ven, werd gebruikgemaakt van bovenstaande gewichtstekens. Het teken dat bij het gewicht hoorde, werd met houtskool op de zak geschre ven. (uit: K. Wielemaker, 'Biggekerke, zijn bur gerlijke en kerkelijke geschiedenis'1903, p. 46). Meulbriefje Een boer die graan wilde malen voor men selijke consumptie kon tegen betaling bij de collecteur een biljet (meulbriefje) halen. Met dat bewijs en zijn graan ging hij naar de molen in zijn dorp, waar hij zijn meul briefje aan de ceelwachter toonde. In de Veerse notulen van wet en raad van 3 december 1740 staat dat over iedere zak gerst, haver en bonen die voor menselijke consumptie naar de molen werd gebracht, be halve maalbelasting een extra be lasting van een schelling en vier groten Vlaams werd geheven. Voor het malen van graan voor veevoer moest ook een meulbrief je worden gehaald, maar hierover werd geen maalbelasting gehe ven. Uit de Vlissingsche Courant van 10 juli 1887 blijkt dat in Vlissingen alleen het malen van tarwe werd belast, "zijnde de rogge en verde re graansoorten onbelast". In Veere moest garst (gerst), dat voor veevoer was bestemd, niet gemalen maar gebroken worden. Als het vermoeden bestond dat het veevoer toch voor particuliere consumptie gebruikt werd, dan moest de molenaar er zand aan toevoe gen, anders liep hij het risico als fraudeur gestraft te worden. Vanaf de Franse tijd werden molenaars verplicht altijd zand aan het veevoer toe te voegen. Voor 1885 werd in Vlissingen een tarief in rekening gebracht van drie gulden per honderd kilo tarwe en vanaf 1885 werd dit teruggebracht naar een gulden per hon derd kilo. De maalbelasting werd, door de vele be zwaren, landelijk bij wet van 13 juli 1855 afgeschaft. Toch waren gemeenten nog vrij deze belasting te heffen. Tien jaar later mochten ook gemeenten geen belasting meer heffen op gebruiksgoederen, waar onder maalbelasting. De Kroon kon ge meenten nog ontheffing verlenen en in 1866 werd die ontheffing nog aan 48 ge f, :l II i o 3. J3. ol 3 (-1 6. 6. a meenten verleend. In 1881 blijken er twaalf gemeenten te zijn waar nog maalbelasting werd geheven, waaronder Veere en Vlis singen.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2011 | | pagina 49