Volgens E. van Wijk, de schrijver van het boekje Molens in Veere (1993), werd de maalbelasting voor Veere en Vlissingen in 1886 afgeschaft. Uit krantenartikelen is echter op te maken dat de afschaffing later is geweest. In Veere werd de belasting per 1 januari 1892 afgeschaft en in Vlissingen per 1 januari 1898. Ingezonden stuk Op 18 juni 1891 werd een ingezonden arti kel geplaatst in de Middelburgsche Cou rant. Het artikel, van de hand van een per soon met het initiaal O., gaat over de af schaffing van het gemaal en gedistilleerd in de gemeente Veere. Uit het artikel is op te maken dat de schrijver het niet eens was met de afschaffing. Hij vroeg zich af hoe het mogelijk was dat men in Veere de grootste bron van inkomsten kon missen. Hebben ze misschien de twaalf gouden apostelen1 gevonden, of de nooit volprezen beker van Maximiliaan verkocht? Werken de burgemeester, de gemeentesecretaris en het hoofd van de openbare school voortaan pro deo? Wordt de betrekking van politieagent afgeschaft en wordt zijn taak voortaan door leden van de schutters vereniging Prins Hendrik overgenomen? Levert de gemeente-geneesheer zijn ge neesmiddelen voortaan tegen inkoopprijs? Wordt de ambtenaar die belast is met het innen van de belasting op het gemaal en gedistilleerd aan de dijk gezet? De schrijver vreesde dat door afschaffing van het gemaal en gedistilleerd de inkom stenbelasting zou verdubbelen. Het aantal oninbare posten zou schrikbarend toene men en de paar gepensioneerden die in Veere woonden zouden naar elders ver trekken. Men had zijn oude schoenen al verkocht voordat er nieuwe gereed stonden, aldus schrijver O. Raadsstukken Vlissingen De Middelburgsche Courant van 26 maart 1892 meldt: "In tegenstelling met Veere, heeft de raad van Vlissingen den wensch te kennen gegeven dat de gemeente als nog worde vergund accijns op gemaal en gedistilleerd te blijven heffen." "Tot af schaffing van eerstgenoemde heffing meent de raad het initiatief ook thans nog niet te mogen nemen." In 1896 blijken er nog zeven gemeenten in Nederland te zijn, waaronder Vlissingen, die toestemming krijgen belasting te heffen op gemaal en gedistilleerd. In de Tweede Kamer werd de vraag gesteld of de belas ting op het gemaal in Vlissingen niet afge schaft kon worden. Zo nodig zou men de belasting op gedistilleerd kunnen verho gen. De raad was echter van mening dat "de financieele toestand der gemeente nog van dien aard zijnde, dat de opbrengst der belastingen op het gemaal en het gedistil leerd niet gemist kan worden." Het heeft niet mogen baten. Op 31 decem ber 1897 meldt de Vlissingsche Courant "Overwegende, dat de termijn gedurende welken de gemeente eene belasting op het Gemaal mag heffen, ingevolge de bepaling van het eenig artikel der wet van 7 Decem ber 1896 (Stbl. no. 189) den 31 December e.k. verstreken is; overwegende dat er mitsdien van den 1 Januari 1898 af geene belasting op het Gemaal meer in deze ge meente geheven zal worden." Het einde van het meulbriefje Met het verdwijnen van de maalbelasting per 1 januari 1898 in Vlissingen verdween ook het meulbriefje. Alleen de uitdrukking

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2011 | | pagina 50