De boerderij Vrijburg/Het Blauwe Hof links en
het industrieterrein Vrijburg rechts, 25 septem
ber 2011. (foto's Leo Hollestelle)
westen Schelde", gezworene van de Zuid
watering en burgemeester van Middelburg.
Omdat Ghyselin geen kinderen had en zijn
leven lang ongehuwd bleef, had hij zijn
neef Evert van der Poort aangewezen als
zijn erfgenaam. Toch was het niet Evert
zelf maar waren het diens twee dochters
Arnoldina Catharina en Johanna Petronel-
la die profiteerden van de enorme nalaten
schap van Ghyselin Ie Sage. Laatstge
noemde dochter mocht zich in 1794 eige
naresse noemen van Papegaayenburg,
zus Arnoldina kreeg Vrijburg in de schoot
geworpen.
Arnoldina Catharina van der Poort was in
1761 geboren uit het huwelijk tussen Evert
van der Poort en Johanna Arnoldina Pas-
ques de Chavonnes. Deze dame was eer
der getrouwd geweest met Nicolaas Jan
van Hoorn van de eveneens in de buurt
liggende buitenplaats Noordbeek. Het blijkt
dus - en dat was in die tijd vaak het geval
- dat de verschillende eigenaren van een
cluster van lusthoven, op enigerlei wijze
familiebanden met elkaar hadden.
Einde buitenplaats; boerderij blijft over
Tweemaal trad Arnoldina Catharina van
der Poort in het huwelijk. Eerst met Guil-
laume Frédéric Godin en na diens dood
met kolonel Jean Frangois Robert de la
Maire, uit het Franse Rouen.
In 1828 liet Arnoldina een holografisch
(eigenhandig geschreven) testament ach
ter dat werd gedeponeerd bij notaris Van
der Horst Serlé in Middelburg. Het testa
ment is verloren gegaan, maar het is be
kend dat Arnoldina daarin te kennen gaf
dat haar enig (overgebleven) kind, Everdi-
na Petronella Godin, haar erfgename was
en zij dus recht had op Vrijburg.
Van de eens zo rijke lusthof was op dat
moment overigens niet veel meer over. Op
de kadastrale kaart van West-Souburg, die
in 1822 is opgemeten, zien we dat Vrijburg
als lusthof toen niet meer bestond. Slechts
de boerenschuur, het boerenhuis en twee
bijgebouwtjes stonden nog overeind.
Everdina Godin verpachtte de boerderij
aan een lokale landbouwer, zelf woonde zij
in Middelburg. In het Utrechts Archief, in
de verzameling van de familie Coenen van
's Gravesloot, worden gedichten bewaard
die Everdina schreef voor haar grootmoe-