9 Gezicht op de Kaai te Veere met rechts de rooms-katholieke kerk en op de achtergrond de Campveerse toren, ca. 1890/1900. (Zeeuws Archief, Historisch-topografische Atlas Veere, nr. HTAV-01846) zoek nam daardoor flink toe. De kerk kreeg meer inkomsten en de kerkmeesters hadden meer geld te besteden. In 1870 besloten ze op het dak van de kerk een to rentje te plaatsen met daarin een luidklok. De vergunning werd op 3 mei 1870 door het gemeentebestuur afgegeven. Drie jaar later werd aan de zijkant van de kerk een bovenraamkozijn uitgebroken en de ontstane opening dichtgemetseld. Ervoor in de plaats kwamen drie nieuwe bovenramen, waarna de ge vel met portlandcement werd bestre ken. In april 1869 brak er in Vlissingen ru zie uit tussen Belgische en Brabant se kanaalwerkers. Die liep zo hoog op dat de Nederlanders de Belgen uit Walcheren wilden verjagen. In de nacht van maandag op dinsdag 26 april begaven Brabantse arbeiders uit Vlissingen zich op weg naar Vee- re, waar ze vroeg in de morgen aan kwamen. De woordenwisseling die daar ontstond ontaardde algauw in ruzie en vechtpartijtjes. Toen pastoor Vismans zich die ochtend op de vroegmis aan het voorbereiden was, hoorde hij van de ongeregeldheden en ging er onmiddellijk op af. Bij de woedende menigte aangekomen zag hij hoe een arbeider op de grond werd gesmeten terwijl zijn belager hem een mes in het lijf dreigde te steken. IJlings wierp de pastoor zich tussenbeide, waardoor een moord werd voorkomen. Vervolgens suste hij de gemoederen en toen de menigte be daard was, ging hij terug naar de kerk om de mis op te dragen. Na afloop bleken er opnieuw schermutselingen te zijn uitgebro ken en weer ging de pastoor eropaf. Daar aangekomen zag hij hoe de Brabanders een Belg in het water probeerden te gooi en. De pastoor voorkwam dit door te zeg gen dat ze eerst hem in het water moesten gooien voordat ze de Belg verdronken. Vervolgens lukte het hem enige Belgen in veiligheid te brengen door ze te verbergen. De Brabanders, die dachten dat ze de Bel-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2012 | | pagina 11