L.C.DILMAN A.C.F.BOULLE 1848 Eerste steen in de voorgevel van Huize Abeele. (foto Leo Holles telle) weg, voordat het kanaal gegraven werd, een vrij drukke verkeersweg tussen Mid delburg en Vlissingen was. Dokter Dilman had een dokterspraktijk in Terneuzen. Wat de juiste reden was, is niet meer te achterhalen, maar na het overlij den van zijn schoonvader besloten hij en zijn vrouw op Abeele te gaan wonen. Daar hij met de dochter van een herbergier ge trouwd was, zal het zijn bedoeling geweest zijn de herberg te gaan beheren. Voor een dokter was dat in die tijd niet zo bijzonder, want die was soms een manusje-van-alles en werkte af en toe ook als kapper, notaris of advocaat. Voordat Dilman met zijn prak tijk kon beginnen, moesten ze wel een fat soenlijk huis hebben om in te wonen en er praktijk in te houden. De herberg was daarvoor niet geschikt. Om een volwaardi ge dokterswoning te laten bouwen moest Dilman in eerste instantie het naast de herberg liggende pand kunnen kopen. Dat was eigendom van Hendrika van Gilst, de waardin van De Zevensterren. Tot zijn ge luk was Hendrika tot verkoop bereid, al thans van een deel van het huis. Op 17 juli 1848 vond bij notariële akte de overdracht plaats. De koopprijs bedroeg zeshonderd gulden; veel geld voor die tijd, zeker voor een deel van een huis. De dokter liet er geen gras over groeien. Nadat hij eerst een stukje van de herberg en het gekochte huis had laten slopen, kwam er een per ceel vrij voor het bouwen van een nieuw, groot huis. Nog in hetzelfde jaar kon aan de bouw begonnen worden. Op de begane grond werden aan weerszijden van een brede gang grote kamers gebouwd en op de bovenverdieping nog twee flinke ka mers, een provisiekamer en een vertrek voor de apotheek. Daar boven, onder de nok van het dak, werd nog een grote zol der gemaakt waar allerlei spullen opgebor gen konden worden en eventueel nog een kamertje voor de dienstmeid gemaakt kon worden. Rechts van de voordeur liet de dokter een zandsteen inmetselen met zijn naam en de naam van zijn vrouw en na tuurlijk ook het jaartal erop: "L.C. Dilman, A.G.F. Boullé, 1848". Zowel het huis als de steen hebben oorlog en inundatie overleefd en het gebouw is met de voormalige herberg nog steeds het pronkstuk van Abeele. Het geeft enige sta tus aan het voormalige dorpje, wat van an dere voormalige dorpjes als Brigdamme en Buttinge niet gezegd kan worden. Abeele is altijd een beetje voornamer ge weest, want het heeft zelfs nog een kas teel gehad, met voorname kasteelheren en -vrouwen, zoals Floris van Abeele in de zestiende eeuw. Interieur Nu terug naar de negentiende eeuw. Het moet een genot geweest zijn voor het echtpaar Dilman om in zo'n mooi en groot huis te wonen. Vooral in die tijd was het een luxe die alleen was weggelegd voor welgestelden als burgemeesters, predikan ten, notarissen en advocaten. Het huis werd rijkelijk voorzien van meubilair, onder J r<~ -fy**v—

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2012 | | pagina 20