andere mahoniehouten tafels en stoelen,
en eikenhouten ledikanten.
Voor de aardigheid zullen we binnen eens
een kijkje nemen. We gaan via de brede
voordeur naar binnen en zien rechts een
deur die toegang geeft tot de rechtervoor-
kamer. Die kamer heeft waarschijnlijk als
woonkamer dienstgedaan, want er was
ook een alkoof bij. Dat was een kleine
ruimte waar een vast ledikant in stond, een
soort bedstede dus. Die had men vroeger
vaak in herenhuizen, de bewoners konden
zo makkelijk vanuit de kamer in bed stap
pen. In deze kamer stond zo'n mooie ma
honiehouten tafel met een gedraaide poot.
Ook nog zes stoelen en een commodekast
(waskast). Op de schoorsteenmantel ston
den twee porseleinen stolpen, een tabaks
kistje en een lampje te pronken. Verder
waren er nog voetenbankjes, eiken stoven,
een boekenrekje en aan de wand hing een
mooie grote spiegel. In de alkoof bevond
zich een "greinhouten" ledikant met ka
toenbehangsel, een pluimbed met kussens
en een eikenhouten wastafel met spiegel.
In de voor- en achterkamer links van de
gang stonden nog twee van die mahonie
houten tafels, een eiken werktafel en een
mahoniehouten thee- en speeltafel. Ook
nog een chiffonnière (ladenkast), een toi
lettafel, een secretaire (bureaukast) en een
canapé (een soort zitbank). Verder maar
liefst twaalf mahoniehouten stoelen, twee
fauteuils met zwarte kussens, voetbankjes
en theestoven (om warm te houden). Op
de schoorsteen stonden porseleinen en
glazen stolpen, een pendule, een lampje,
een kandelaar en een inktpot. Aan de wan
den hingen schilderijen en spiegels met
vergulde lijsten. Deze grote kamers grens
den pal aan de ernaast liggende herberg
en konden tijdens drukke feestdagen ge
bruikt worden als overloop, vandaar wel
licht de talrijke stoelen. Bij een recente ver
bouwing kwam er volgens de huidige be
woners ook nog een dichtgemetselde
deuropening tevoorschijn.
Laten we nu boven gaan kijken. In de rech-
tervoorkamer stond weer zo'n ronde tafel,
voorts vier stoelen en een fauteuil, een ei
ken wastafel en een eiken ledikant. Verder
nog eiken stoven, een koperen doofpot,
serviesgoed, een inktpot en een ijzeren
badstoof. De linkerkamer was ongeveer op
dezelfde wijze gemeubileerd en er stond
bovendien een eikenhouten kabinet. Dat
zal gebruikt zijn voor het opbergen van het
talrijke linnengoed, onder andere dertig
linnen en zes katoenen bedlakens, dertig
kussenslopen, achttien handdoeken, 75
servetten en negen tafellakens. In de er
achter liggende provisiekamer bevonden
zich twee koperen ketels, een koperen
plaatstoof, blikken trommels en houten
dozen en schalen.
In de apotheek stonden een tafel en drie
stoelen, een fauteuil, een boekenkast en
een houtbak. De keuken wordt niet ge
noemd, maar er was wel een 'stookhok'.
Daar stond een ijzeren kookkachel met
twee koperen pannen, twee koekenpannen
en nog diverse andere pannen. Verder nog
een trog om deeg in te maken en een
ovenpaal (om brood uit de oven te halen).
Om zijn patiënten te bezoeken had de
dokter de beschikking over een tilbury, een
klein tweewielig rijtuigje, en een paard.
Voor plezierritjes had hij een groter rijtuig
op vier wielen, een zogenaamde barouchet.
Mogelijk heeft hij er ook wel zieke of ge
wonde patiënten mee vervoerd, want een
speciale ambulancedienst was er nog niet.
Het zal dus aangenaam en comfortabel
wonen geweest zijn op Abeele. Aan de