21 Huize Abeele, ca. 1920. (Zeeuwse Bibliotheek, beeldbank Zeeland, recordnummer 22765) Abeleven Rond 1870 verwisselden beide panden weer van eigenaar en kwamen ze in bezit van Abraham Steijaard. Zijn erfgenamen, de twee zusters Steijaard, verkochten het vastgoed in april 1889 weer via notaris Verhulst aan Anthonie Bos. In 1930 werd Wim Abeleven eigenaar van het herenhuis. Hij was een veelzijdig kunstenaar. Tot aan zijn huwelijk had hij als koopvaardijofficier op Nederlands- Indië gevaren. Nadien ging hij zich toeleggen op schilderen, tekenen, reclameontwerpen en figuurzaag- werk. Hij maakte decoraties voor schepen en vliegtuigen en was schrijver en organisator van open luchtspelen. Hij kreeg onder andere opdrachten van de KMS voor de decoratie van nieuwgebouwde koopvaardij- en marineschepen. Ook kreeg hij wel eens een eervolle opdracht voor de decoratie van een vliegtuig van de KLM. Zijn vrouw Wil Abeleven-Labberton kwam uit een welgestelde familie in Den Haag, waar haar vader een hoge functie bij het Gerechtshof had. Ze was schrijfster en ze vervaardigde ook leren tassen en dergelijke. Ze heeft onder andere een boekje geschre ven over de meidagen van 1940 Zeeland vocht dooi). Het huwelijk is kinderloos gebleven. Ze waren allebei lief hebbers van dieren. Ze hadden maar liefst vijf oranje poezen die alle een naam van het koningshuis hadden: Emma, Wilhelmi- na, Hendrik et cetera. Er was ook een geit met de romantische naam Softnose. Abe leven liep altijd in een plusfour op Abeele, zo'n lange broek met wijde pijpen die aan de onderkant dichtgemaakt waren. Sma lend werd die drollenvanger genoemd. Voor de Abelenaars - toentertijd boeren en kleine handelaren - was het echtpaar een opvallende verschijning. Ze hadden er dan ook geen hoge pet van op en beweer den: "Da duur nie lank, dat 'ouwen ze vast en zeker nie uut 'ier op den Abeele, zuk- ken joengen volk eeI Binnen veertien dae- gen bin ze wi vort, je za't zie!" Desondanks hebben ze het er nog ongeveer dertien jaar uitgehouden en als de oorlog niet was uitgebroken, waren ze er misschien nog veel langer gebleven. Hun huis diende ook als expositieruimte

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2012 | | pagina 23