31
>-••'. 3. j
tf'.< "i
De aardappels werden machinaal gerooid,
Aagtekerke. (foto Ons Zeeland, ca. 1930)
■f ^%®»75
';5^.- »/-»V
eeuw maakten Middelburgse groentehan
delaars reclame voor hun aardappels met
namen als Wolkammers, Jannen, Jammen
en Turken. Ze werden aangeprezen als
puik, bloemig en uitgelezen. H.J.E. Gerlach
heeft het in zijn boek Landkundige be
schrijving van Walcheren, dat in 1885 ver
scheen, over Goese Gele en Blauwtjes.
Tussen 1870 en 1880 deed de Zeeuwse
Blauwe zijn intrede. Dit ras en het Blauwtje
waar Gerlach het over heeft, zou hetzelfde
aardappelras kunnen zijn. Omstreeks 1890
komt ook de Zeeuwse Bonte voor. De
Zeeuwse Blauwe en de Zeeuwse Bonte
waren tot na de Tweede Wereldoorlog ge
liefd als consumptieaardappel. Op de Rot
terdamse markt brachten deze aardappels
in 1921 een voor die tijd hoge prijs van 7
tot 12 gulden per hectoliter op. In het cri
sisjaar 1935 zakte de prijs tot 2,72 per
hectoliter.
Jan Vader noemt in een van zijn schriften
twee vroege aardappelrassen uit de
negentiende eeuw. Hij heeft het in het dia
lect over Geit'oornse en Paesepitten.
Tot de Tweede Wereldoorlog werd het aan
tal rassen uitgebreid met onder andere de
Eersteling (1891), de Gele en de Blauwe
Eigenheimer (1893), het Bintje (1905), de
Rode Ster (1909), de Bevelander (1925),
de Koopmansblauwe (1937), de Industrie
en de Bravo De Eersteling en de
Koopmansblauwe waren vroege aardap
pels. De Koopmansblauwe was een krui
sing van de Zeeuwse Blauwe en de Alpha.
Groenteboeren en aardappelhandelaren
uit Middelburg adverteerden in de tweede
helft van de negentiende eeuw met "puike
Westkapelsche aardappelen". Wat was er