6
Schetstekening van de zijgevel van de katholie
ke kerk te Veere, aan de Marktzijde. (Zeeuws
Archief, Archief Gemeente Veere 1816-1966,
voorlopig inventarisnummer BW 1873)
bij stuk en tot de komst van de Noord-Bra
bantse schutterij in 1833 naar Zeeland zou
Veere het zonder eigen priester moeten
doen.
Pastoor Thomas
In 1823 deed het kerkbestuur opnieuw een
poging een pastoor te laten benoemen.
Men vroeg het college van burgemeester
en wethouders hierbij te bemiddelen. Dat
college schreef in een brief aan de koning
dat de kerk 320 lidmaten had die versto
ken bleven van een leraar, dat de kinderen
geen godsdienstonderwijs kregen en dat
de stervenden de laatste sacramenten niet
kon worden toegediend. De vorst werd
eerbiedig gevraagd weer een priester op
kosten van de staat aan de gemeente toe
te staan. Men hoopte daarmee te bereiken
dat de aanwezige rooms-katholieken in de
stad zouden blijven en dat er zich weer
nieuwe zouden vestigen. Door toedoen
van het rijk werd het verzoek in zoverre
gehonoreerd dat Veere een 'deeltijdpas
toor' kreeg. De Middelburgse pastoor Tho
mas kwam zes a zeven keer per jaar naar
Veere om op hoogtijdagen een mis op te