1
I
30
Jaargangen van de PZC in leggers in het ma
gazijn van de Zeeuwse Bibliotheek. (Zeeuwse
Bibliotheek, beeldbank Zeeland, foto Wim
Helm, recordnummer 126472)
den gevonnist, of zelfs met een foto van
henzelf of van hun woning in de krant ko
men. Tegelijkertijd worden tegenwoordig
kritische vragen gesteld over justitieel op
treden. Dat duidt op een veranderd inzicht
van de publieke opinie. Daarnaast verschilt
de benadering, ook vroeger al, per krant.
Al in 1854 kwam het tot een conflict tussen
de Middelburgsche Courant
en de rechtbank omdat de
krant de initialen van verdach
ten in de krant plaatste. Dit is
zij (soms zelfs met vermel
ding van de hele naam) tot in
lengte van dagen blijven doen,
zich beroepend op de pers
vrijheid. De keus is aan de
lezer voor welke krant men
kiest, maar normen en waar
den bewegen zich als een
cosinus door de tijd waarbij
vaak binnen enkele decennia
de balans geheel naar de an
dere zijde is doorgeslagen.
Censuur is het makkelijkst waarneembaar
in de oorlogskranten van na 1940. Terwijl
Middelburg in puin lag en de rookkolom
men nog uit de binnenstad opstegen,
schreef burgemeester Van Walré de Bor
des in de noodcourant, die op 20 mei 1940
verscheen: "Gedraagt u allen ordelijk en
rustig overeenkomstig de voorschriften die
zullen worden uitgegeven. Ik ben over
tuigd, dat op deze wijze een zeer goede
samenwerking met de Duitsche overheid
mogelijk is." Dat leek een blauwdruk van
de bekende woorden die minister-presi
dent Colijn in 1936 sprak na de herbezet
ting van het Rijnland door Hitier. Het is dui
delijk dat Van Walré de Bordes niet zijn ei
gen gevoelens als burgervader van een
verwoeste stad weergaf, maar verdacht
mer in beeld komen voordat men verder
zoeken kan. Dit betreft kranten die niet
samengesteld zijn op basis van onafhan
kelijke nieuwsgaring, zoals nationaal-soci-
alistische kranten, maar bijvoorbeeld ook
militaire kranten of kranten die werden uit
gegeven door het Militair Gezag. In oor
logsjaren zoals 1914-1918 en 1939-1945
moet sowieso zeer voorzichtig omgespron
gen worden met mededelingen over belli-
gerenten (oorlogvoerenden). Voor zover
geen sprake was van censuur door eigen
of Duitse overheid, konden er altijd onver
melde belangen meespelen. Ook de tijd
geest kan een aardig woordje meespre
ken. Werden criminelen voor de oorlog
vaak gebrandmerkt na het vonnis (het ge
lijk van justitie stond voor de publieke opi
nie nog buiten kijf), tegenwoordig zijn wij
gewend dat verdachten soms al vóór de
uitspraak van de rechter in de krant wor-