kerkse bruiden moeten er dus 199 elders
naar een bruidegom zoeken. Domburg en
Oostkapelle zijn verreweg favoriet en vijf
bruiden vinden een levensgezel buiten
Walcheren.
Echtscheidingen zijn tamelijk zeldzaam. Na
de Eerste Wereldoorlog en met de opkomst
van de vrouwenrechten en de invoering van
het kiesrecht voor vrouwen in 1922, neemt
het aantal echtscheidingen toe, vooral in
Middelburg en Vlissingen. Op het platte
land van Walcheren zijn tussen 1811 en
1935 slechts 117 huwelijken ontbonden.
Tussen 1811 en 1980 overlijden er gemid
deld jaarlijks zo'n 1.000 mensen op Wal
cheren. Maar uiteraard is er in die periode
ook sprake van pieken veroorzaakt door
ziekten en oorlogen. De negentiende eeuw
begint al fors met een piek van meer dan
3.700 sterfgevallen: flinke aantallen Franse
militairen sterven in de hospitalen van Mid
delburg en Veere. Daarna eisen de Belgi
sche Opstand en de hongerwinter hun tol.
De Tweede Wereldoorlog vraagt enkele
honderden slachtoffers extra. De cholera-
epidemieën in de negentiende eeuw en de
Spaanse griep in 1918 gaan grotendeels
aan Walcheren voorbij en ook de weers
omstandigheden lijken op Walcheren niet
veel invloed te hebben gehad. Alleen de
zomer van 1911 laat meer overlijdensge-
vallen zien dan normaal. Overigens was
aan het begin van de negentiende eeuw
de levensverwachting zeer laag. Een
Zeeuwse man werd gemiddeld 30 jaar,
een Zeeuwse vrouw slechts anderhalf jaar
ouder. Dat was bijna 15 jaar korter dan in
overig Zuid-Nederland en in Oost-Neder
land. Malaria, gebrek aan borstvoeding en
verzilting van het oppervlaktewater werden
als de boosdoeners gezien. Na 1860 keert
het tij: door verbeterde hygiëne, door ver
stedelijking en verbeterde mobiliteitsmoge
lijkheden, en door economische groei,
waardoor de werkloosheid vermindert en
de welvaart toeneemt. Ook de kindersterf
te, die in Zeeland schrikbarend hoog was,
neemt dan af.
Ook migratie zorgt voor veranderingen in
de bevolkingsomvang. Binnen Walcheren
is er aardig wat arbeidsmigratie: dienstbo
den bijvoorbeeld trekken van het platteland
naar de stad, landarbeiders worden fa
brieksarbeider. Relatief veel Zeeuwen heb
ben in de loop der jaren hun heil buiten
Walcheren gezocht. Velen van hen zijn
naar de Verenigde Staten vertrokken, zo
wel om godsdienstige redenen (onder hen
veel afgescheidenen c.q. gereformeerden)
als om economische redenen. De eerste
grote trek naar de VS begint na de honger
winter van 1846. Walcheren neemt in die
emigratiestroom een bescheiden plaats in;
van alle vertrokkenen in de periode 1839-
1918 komt slechts zeven procent van Wal
cheren, terwijl daar meer dan een kwart
van de Zeeuwse bevolking woont. West-
Zeeuws-Vlaanderen en Zuid-Beveland le
veren respectievelijk 37 en 25 procent van
de Zeeuwse emigranten. De Walchenaren
die vertrekken komen voornamelijk uit Mid
delburg, Vlissingen en Westkapelle. De
rest van het platteland blijft doof voor de
lokroep uit den vreemde.
Leo Hollestelle eindigde zijn inleiding met
een aantal opmerkingen over de beroeps
bevolking. In Zeeuwse huwelijksakten wor
den ook de beroepen van de bruid en de
moeders van het bruidspaar vermeld. Dat
laat zien dat de arbeidsparticipatie van
vrouwen in de negentiende eeuw hoog
was (maar na 1876 afnam). Dat maakt het
mogelijk om van de beroepen van bruiden
en bruidegoms per stad of dorp 'beroepen-