Ramsburg W X.'U V «J, 3 Een buitenplaats bij de stad De vermelding van 't Coolhof in de overloper van de Oostwatering, 1581. (Zeeuws Archief, Rekenkamer II, inv.nr. 1128, fol. 282 verso) Een van de buitenplaatsen die voorheen net buiten Middelburg lagen, was Rams burg. Deze buitenplaats lag aan de Oude Veerseweg en is afgebeeld op een kaart van Walcheren uit 1750. Bij opgravingen in 2009 zijn sporen van gebouwen op dat ter rein aan het licht gekomen, samen met een veelheid aan archeologische vond sten. Reden genoeg om in de geschiede nis van dit buitenverblijf te duiken en te onderzoeken welk verhaal de beschikbare archiefstukken daarover vertellen. Coolhoff Net als zoveel buitenplaatsen is Ramsburg zijn bestaan begonnen als een gewone boerderij. De geschiedenis gaat echter nog verder terug. De overlopers verschaffen informatie daarover. Overlopers zijn perio diek door het polderbestuur opgestelde registers waarin belastingplichtige percelen en hofsteden met hun eigenaars en ge bruikers geregistreerd staan. De hofstede die op de plek van het latere buitenhuis zou verrijzen, had met het erf een opper vlakte van één gemet 66 roeden (iets meer dan een halve hectare) en de overloper van de Oostwatering uit 1581 is het oudst gevonden document waarin dit specifieke perceel wordt genoemd. Het heette toen nog geen hofstede, maar de omschrijving luidt: "'t coolhof gheweest." De erfgenamen van eigenaar Evert in 't Bosken hadden het verpacht aan Cornelis Pietersz. Evert in 't Bosken bezat ook een "huys metten boogaert" in datzelfde blok aan de (Oude) Veerseweg, waar hij eerder als pachter had gewoond en dat hij kennelijk in eigen dom had verworven. Deze hofstede deed in de achttiende eeuw enige tijd dienst als kleine buitenplaats.1 Acht jaar later was het perceel van het latere Ramsburg eigendom van Abraham Pietersz. in Rosenburg en heette het "zijn coolhoff". De toevoeging "in Rosenburg" duidt er mogelijk op dat Abraham Pietersz. woonde in het huis met die naam aan de Lange Delft in Middelburg. Het hof was verpacht aan Claes Evertsz. die in die buurt nog meer landerijen gebruikte.2 Het woord coolhoff duidt op een commerciële moestuin of tuinderij, waar niet alleen kool werd verbouwd maar ook andere groenten. Dit wijst nog niet direct op een boerenhof stede ter plaatse. Die was er evenmin in 1608, toen Pieternelle van der Hooge eigenares van het perceel was, een telg uit een voornaam oud Zeeuws geslacht dat veel grond op Walcheren en elders bezat. De pachter Claes Pietersz. woonde op de hofstede aan de weg, ten zuiden van het perceel.3

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2012 | | pagina 5