gedetailleerde gegevens en die ontbraken in het telegram. Bovendien verklaarde Car- stens nadrukkelijk met niemand over deze zaak gesproken te hebben. Van lekken was absoluut geen sprake. Naar Zierikzee? Voor de Vlissingse politie was het moeilijk om de verschillende schepen in de gaten te houden; men had het al druk genoeg. Voorgesteld werd de Main over te brengen naar Dordrecht of Rotterdam, later Zierik zee, waar het veiliger zou liggen. Toen de 'verhuisplannen' bij de Duitse re derij bekend werden, stuurde die een tele gram naar de Duitse gezant in Den Haag. De rederij achtte overbrenging naar Zierik zee te gevaarlijk en niet acceptabel. Als het schip daartoe gedwongen zou worden, was het voor risico van de Nederlandse re gering. Volgens de rederij was aan boord niets gebeurd dat uitwijzing rechtvaardig de. De gezant werd gevraagd zich voor prolongatie van het verblijf te Vlissingen in te zetten. Die besefte ongetwijfeld dat aan die wens niet kon worden voldaan. Het asielverlenende land had immers het vol ste recht een ligplaats aan te wijzen. Als de Main niet in Vlissingen kon blijven, zat er niets anders op dan te vertrekken. De knoop werd op 15 april doorgehakt: de Main vertrok naar Antwerpen. De Neder landse autoriteiten haalden opgelucht adem. Verdachte Engelsen Ook Engelsen werden in de gaten gehou den. In januari 1915 vroeg Roland F. Hill een reservering eerste klas aan op een van de schepen van de Mij. Zeeland. Hill beweerde te werken voor de Commission for Relief in Belgium en wilde twee keer per week de overtocht Engeland-Neder- land maken. De Mij. Zeeland stelde een onderzoek in en kreeg van de secretaris van de Commission goede referenties. Het passagiersvervoer naar Engeland werd echter regelmatig onderbroken en Hill bleef in Vlissingen hangen. Hij kreeg be zoek van de politie, die hem verhoorde. Over dat verhoor is niets bekend; wel is te kenend dat Hill op korte termijn naar Enge land terugkeerde. Bij een eventuele terug keer moest de politie hem in de gaten hou den. Ook met E.W. Paulton en H. Groome zat het niet goed. Zij beweerden koerier te zijn van de Daily Chronicle en de Daily Tele graph en opdracht te hebben Duitse kran ten naar Engeland te verzenden. Die kran ten werden hen toegespeeld door iemand uit Amsterdam. Het tweetal verbleef in een eersteklas hotel in Vlissingen en trok de aandacht van de politie. Van Paulton werd vastgesteld dat hij zonder toestemming fo to's had gemaakt, onder andere van een torpedoboot, een mijnenlegger en geïnter neerde Engelse vliegers. Paulton werd ge arresteerd en naar het bureau opgebracht. Daar zat hij vijf dagen vast, waarna hij op bevel van de autoriteiten op de boot naar Engeland werd gezet. Zijn collega Groome onderging hetzelfde lot. Schliesser Eind april 1915 kwam uit Rotterdam een anonieme brief binnen bij de Vlissingse politie. Daarin werden beschuldigingen ge uit tegen de Duitsers Schliesser en Voll- rath, die zich in Vlissingen zouden ophou den en daar spioneerden. De brief gaf aanleiding de Rotterdamse politie om na dere inlichtingen te vragen. Die meldde dat Friedrich Wilhelm Schliesser, geboren in

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2012 | | pagina 11