Schliesser werd in hotel Noordzeeboulevard
aan de Boulevard De Ruyter verhoord door de
Vlissingse commissaris Gasinjet, prentbrief
kaart, ca. 1915. (ZB, Beeldbank Zeeland,
recordnr. 24090)
1875, in Afrika had gewoond en zich via
de Kaapkolonie in Rotterdam had geves
tigd. Daar was hij directeur van een drogis
terijfirma geworden. In 1914 was hij naar
Duitsland vertrokken, maar hij bezocht nog
regelmatig zijn gezin in Rotterdam. Van
daaruit maakte hij reizen, onder andere
naar Vlissingen en Westkapelle. Die activi-
teiten zorgden ervoor dat de politie hem in
de gaten hield, maar tot dusver was hen
niets verdachts opgevallen.
Paul Ernst Vollrath was ook bekend bij de
politie. Deze oud-scheepskapitein trad in
Rotterdam op als correspondent van een
Hamburgse krant. Hij stond in verbinding
met andere verdachte figuren, zoals ene
Hemmann, een gewezen caféhouder.
De politie van Rotterdam adviseerde haar
collega's in Vlissingen het drietal te weren
uit militair belangrijke gebieden. Toen
Schliesser in de Scheldestad gesignaleerd
werd, liet commissaris Gasinjet hem in ho
tel Noordzeeboulevard aanhouden en ver
horen. Daarbij toonde Schliesser een do
cument waaruit bleek dat hij in dienst
stond van de Duitse consul in Vlissingen.
Hij gaf toe Vollrath en Hemmann te ken
nen; de laatste had hij een keer op het
consulaat in Vlissingen ontmoet, Vollrath
had hij nooit in Vlissingen gezien.
Door zijn werk bij de consul had Schliesser
een bijzondere status, dus moest Gasinjet
voorzichtig optreden. Uitzetting was (nog)
geen optie, Schliesser werd vrijgelaten op
voorwaarde dat hij ter beschikking van de
politie zou blijven.
De territoriaal commandant was met Gas
injet van mening dat de drie Duitsers Zee
land moesten verlaten. In het geval van
Schliesser was dat, gelet op zijn diploma
tieke status, moeilijk zo niet onmogelijk.
Generaal Snijders werd om advies ge
vraagd. Die besliste dat Schliesser nauw
lettend gevolgd moest blijven worden.
Hötol „Noordzeeboulevard." VLISSINGEN.