Plundering van het huis van burgemeester
Jacob van Lansbergen op 6 juni 1651, koper
gravure door R. Vinkeles en C. Bogerts, naar
tekening van J. Buys. Volgens Unger moet het
jaartal 1652 zijn. (ZA, KZGW Zl, III, nr. 174)
ix.D.pl.r.
volksoproer losbarstte waarin de gilden
een belangrijke rol speelden. Op die dag
waren Thibaut en zijn medestanders bur
gemeester Jacob van Lansbergen en
Paulus Serooskerke aan het vergaderen in
de Statenzaal. De menigte had zich bij de
Statenzaal verzameld en eiste hun aftre
den. Thibaut wist via een achteruitgang de
Statenzaal te ontvluchten en Van Lans
bergen en Serooskerke konden met moei
te uit de handen van de woedende menig
te worden losgerukt. De woning van Van
Lansbergen werd geplunderd en door be
middeling van de Middelburgse predikan
ten werd de menigte tot bedaren gebracht.
Het stadsbestuur koos eieren voor zijn
geld: Thibaut, Van Lansbergen en Seroos
kerke werden uit hun ambt ontheven en
gedwongen Middelburg te verlaten.
Thibaut en de zijnen moesten gaan porre
en de Staatsgezinde factie onder leiding
van Apollonius Veth kreeg in het stadsbe
stuur de meerderheid. Veth werd voor de
negende maal burgemeester.
Hoezeer Thibaut gehaat werd, blijkt uit in
1651 en 1652 verschenen pamfletten.
Hierin wordt vooral zijn streven naar macht
aan de kaak gesteld. Thibaut vertrok naar
Spa en later naar zijn landgoed in Groede.
Wraak
Men zou denken: einde verhaal, maar
niets is minder waar.
Op een zondagmorgen in juni van het jaar
1653 zat Apollonius Veth in de 'burge
meestersbocht' van de Nieuwe Kerk.2
Hendrick Thibaut, die op wraak zon, stak
die zondagmorgen vroeg de Westerschel-
de over. Zijn scheepje passeerde fort
Rammekens en via het Kanaal van Wel-
zinge bereikte het Middelburg. De schuit
meerde aan bij de Slijkpoort,3 net buiten de
omwalling van de stad. De schippers
knecht kreeg van Thibaut opdracht naar de
Nieuwe Kerk te gaan en te informeren of
Veth daar aanwezig was. Hij keerde terug
en meldde dat Veth op zijn vertrouwde
plek in de kerk zat. Vervolgens ging
Thibaut naar de Nieuwe Kerk, waar de
kerkdienst al was begonnen, en ging zon
der blikken of blozen naast Veth zitten, tot
diens grote ontsteltenis. Zodra de preek
beëindigd was, stond Thibaut op, maakte
een buiging naar Veth en verliet de kerk
vu*.t, t'n/r e/Gfrt/m