Nieuwe uitgaven Ed! kaart van Berbice 'k heleze j Boeiende jeugdroman met zwakheden John Brosens (1946) werkte lang in het onderwijs maar besloot zich fulltime aan het schrijven te wijden. Eerder schreef hij Koers pal noord over de jeugdjaren van Michiel de Ruyter. In de historische jeugd roman Een kaart van Berbice is de zestienjarige Simon Grades leerling-kaartenmaker bij Arent Roggeveen (de broer van de ontdekkingsreiziger Jacob Roggeveen). Hij moet om zijn opleiding te voltooien alleen nog een meesterstuk maken. Cornelis van Peere, eigenaar van plantages in de Zeeuwse kolonie Berbice, wil de monding van de rivier Ber bice door Simon in kaart laten brengen om er een fort te kun nen bouwen. Simon vaart als passagier mee op de WIC-pinas Winthont van schip per Jasper Nebbens, een figuur die wer kelijk bestaan heeft. Nebbens was onder meer een kaperkapitein in de jaren 1694- 1697. Dit verhaal, zo valt tussen de regels door te lezen, speelt in 1691, tijdens de Negenjarige Oorlog. De WIC is er veel aan gelegen om de missie van Simon Grades te doen mislukken, ze wil immers graag het monopolie in de West behouden. Ondertussen wordt Simon verliefd op zijn gereformeerde buurmeisje Lida Crijnsse in Vlissingen, maar de vader van het meisje ziet de relatie niet zitten omdat het gezin Grades onkerks is. Hoewel zeker niet iedereen kerks was in die tijd, was het toch wel uitzonderlijk indien je niet tot een geloof behoorde. Dit soort twintigste-eeuw- se mentaliteitsinvloeden vinden we in over- Piraten op de Wilde Kust vloed terug in dit boek, en dat is jammer. Het gedrag en de denkwijze van de hoofd personen doen bijvoorbeeld nogal modern aan. Zo laat een van de hoofdpersonen zich de woorden "luie donder" ontvallen, hetgeen voor calvinisten uit die tijd een ware krachtterm moet zijn ge- o s e n s weest. Simon zelf houdt er een nogal modern begrip van persoonlijke vrijheid op na. Nog voor Simon vertrekt wordt zijn scheepskist met tekenmateriaal gestolen. Hij wordt aan boord neergesla gen en eenmaal in Afrika op gesloten in het fort Komenda. Het schip vertrekt zonder Simon naar Berbice. Door de van Roggeveen meegekregen kina te ruilen brengt de lokale chirurgijn hem met zijn jacht terug aan boord van het schip. Met dezelfde kina redt Simon het leven van het slavenmeisje Sabila. Het noodlot slaat toe als Harmen, een jongen die hem ook opsloot in het fort Komenda, bij hem homoseksuele hande lingen wil verrichten en beiden betrapt worden. Schipper Nebbens verklaart, con form de regels van die tijd, beiden tot sodo- mieten en zet ze af op een eiland. Daar valt Harmen van een rots. Simon verblijft er drie maanden voordat hij door de piraat Le Craneur wordt gered. Simon moet van hem een tekening van het eiland maken waarop de schat terug te vinden is die Le Craneur er begraaft. Simon weet tijdens een gevecht met een Engels oorlogsschip te ontsnappen en wordt door de Engelsen op Tobago afgezet. De piraten worden op-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2012 | | pagina 32