1809 Walcheren De schandelijke vernietiging van een Brits leger Martin Howard is geen onbekende. In 2000 publiceerde hij in De Wete (nummer 3, pp. 11-17) het artikel 'Walcheren 1809, een medische catastrophe'. Twaalf jaar later heeft deze medicus met grote belangstel ling voor de Napoleontische oorlogen de Britse expeditie naar Walche ren in 1809 beschreven in een lijvig boek. Voor zijn onderzoek heeft hij gebruik gemaakt van niet eerder gepubliceerde bronnen in de archieven van het Legermuseum en het natio naal archief in Londen, het nationaal archief van Schotland in Edinburgh en het Zeeuws Archief. De indrukwekkende lijst van eerder in druk ver schenen dagboeken, briefwis selingen en officiële regerings rapporten (89 in totaal!) en het overzicht van de meer recente literatuur laat zien dat Howard grondig werk heeft verricht. In 2009 was het tweehonderd jaar geleden dat in Veere de Britse expeditie naar de Schelde van 1809 werd herdacht. Deze expeditie was met zeshonderd schepen en 44 duizend man de grootste amfibische operatie van haar tijd. In het in 2009 ver schenen boek Een haven te ver (Victor Enthoven [red.], Nijmegen 2009) worden in een aantal bijdragen diverse aspecten be schreven van deze onfortuinlijke operatie. Het boek van Martin Howard gaat in detail in op de Britse hoofdrolspelers van dit dra ma. Als in een toneelstuk vertelt Howard in zestien bedrijven/hoofdstukken het verhaal over Britse generaals en admiraals, sol daten en zeelieden, de landing en het ver loop van de strijd voor Veere en Vlissingen en natuurlijk de 'Walcherse koorts'. Interessant is dat Howard de slechte voor bereiding van de expeditie aankaart. Over Zeeland was bij de Britten weinig bekend (p. 37) en informatie die via spionnen ver kregen kon worden was er vrijwel niet. Zo leefde bij de Britten het idee dat de vesting Veere zwaar verouderd was. Dat de stad zich pas na een zwaar bom bardement overgaf, leerde het tegendeel (p. 79). De strijd op Walcheren kostte het Britse leger 136 doden, 690 gewon den, en 44 militairen werden als vermist opgegeven. Dit was betrekkelijk weinig en voornamelijk te danken aan het gebruik van modern zwaar geschut bij de inname van Vlissingen. Het aantal do den kon bij het 'ouderwetse' bestormen van een vesting soms oplopen tot achtduizend (p. 134). In dezelfde week na de aanval en inname van Vlissingen, waarbij waarschijnlijk 330 burgerslachtoffers waren gevallen, deden zich echter onder de Britse soldaten de eerste gevallen voor van een ernstige ziekte (p. 145). In het begin werd nog ge sproken van Zealand fever (Zeeuwse koorts) of de Flushing sickness (Vlissingse ziekte), later kwam het bij de Britten alge meen bekend te staan als Walcheren fever (Walcherse koorts) (p. 161). Howard raad pleegde diverse medisch-historische bron nen om tot de conclusie te komen dat het hier niet ging om een nieuwe dodelijke kwaal maar om een combinatie van mala ria, vlektyfus, tyfus en dysenterie. Een groep mannen, verzwakt door eerdere militaire campagnes, dronkenschap en getekend door armoede, bleek hier zeer THE SCANDALOUS DESTRUCTION of a BRITISH ARMY -EE- Martin R Howard

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2012 | | pagina 34