tekening van Boughton als gravure en te
kende er een jongen in, die hij voorzag
van een niet nader te definiëren Noord-
Hollandse klederdracht. Die jongen is ove
rigens helemaal niet Hans Brinker; dit is
een wijdverbreid misverstand. Het verhaal
van de jongen die zijn duim in de dijk
steekt en zo een dijkdoorbraak voorkomt,
is een verhaal binnen het verhaal van
Hans Brinker. Dit verhaal speelt overigens
- en daarover laat de tekst niets aan dui
delijkheid te wensen over - in de omge
ving van Haarlem en Spaarndam. Har-
lingen maakt met zijn monument dus ten
onrechte aanspraak op de figuur Hans
Brinker. Leggen we nu de tekeningen van
Boughton en Rhead naast elkaar, dan is te
zien dat Rhead een bocht in de duinenrij
rechttrok om het 'historische figuurtje met
de vinger in de dijk' in de tekening te kun
nen plaatsen. De rechtgetrokken bocht ligt
ter plaatse van de huidige duinovergang
bij de Smidsstraat. Zelfs het vaantje op de
tekening klopt; dat heeft er ook werkelijk
gestaan. Het is terug te vinden op foto 30
in J. Jonkers, Zoutelande in vooroorlogse
jaren. Als vervolgens de tekst over duin
dorp Zoutelande gelezen wordt die in
Sketching rambles bij de tekening van
Boughton staat, wordt duidelijk waarom
Rhead dit zo passend vond om voor het
De oorspronkelijke tekening van Zoutelande die
George H. Boughton maakte voor 'Sketching
Rambles in Holland' (pag. 225). Let op het
verspringen van de duinenrij bij Rhead en de
verder identieke positie van duinen, huizen en
kerk.
boek van Hans Brinker te gebruiken.
Boughton vertelt hier dat hij boven op het
duin stond en dat de inwoners ver onder
het niveau van de zeespiegel woonden.
De duinen werden volgens Boughton dag
en nacht met uitkijken bemand, of het nu
kalm weer was of stormde: 'Down far be
low us lay the village - so far that had the